Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 juni 2025


Een vochte, griezelige lucht huisde tusschen de bonte gevels en deed de mannen huiverend voortgaan, tot den neus gehuld in wijde wollen mantels, met een dikke plooi, slingerend van schouder tot schouder onder de kin, met een voorkomen van antieke bronzen busten; en de vrouwen die hun inkoopen deden, scholen dieper weg in hun kleurige omslagdoeken, schuivende door die kringelende witte wisseling, als vlekken rood en geel en groen, als verdwaalde kleuren op een grijs palet.

De beide jongens slopen het Septizonium om. De maan rees; door het vochte, zilveren spinnerag, dat geheel de lucht doorweefde, zeefde de vage gloor.... En zij gluurden om.... Ja, het was Colosseros en het was Fabulla.... Zij liepen tegen elkaâr, de kussen klonken.... Hoè!!! deden de beide jongens plotseling schrikken het paar. Fabulla gilde, Colosseros vloekte.

En reeds voelt hij dat hij ze niet verdient. Hoe ze tegen hem opziet, de maagd die hem moed tot nieuwe liederen heeft gegeven! O, moge hun liefde geen kortstondig rozenleven hebben! Ze kijkt hem met vochte oogen na, als hij terug naar Straatsburg draaft.

En in een opzetten van zijn wil de propperige kousen geplet onder het schetsboek: het moet, ze zullen er in.... Doch de lange schoten kraakten, durelijk, harder aanhoorend of op het venstertje gemikt werd. En naar buiten kijkend over het erf-muurtje heen, daar kwamen ze aanzetten op het vochte strandzand, de lenige buitenlui met de stralende geweren in de handen hangend.

Of zullen wij, uw oom, uw broeder Lucius, Gij, ik, te zamen aan een beek gaan zitten, Er in zien ter beschouwing onzer wangen, Hoe die ontkleurd zijn, als nog vochte weiden, Waar pas een stroom zijn slib op achterliet? En staren wij dan zoo lang in de beek, Totdat zijn helder nat niet zoet meer smaakt, En ziltig werd van onze bitt're tranen? Of kappen we onze handen af als de uwe?

Maar Tobias Peppel vóóral heeft mij gelùkkig mijn dwaling doen inzien. De heer Van Genderen ontdoe zich van dien jammerlijken verfijningsschijn. Hij getrooste zich de "viesheid" en zwartheid der vochte aarde, die al het levende voedt.

Daar, voor ons, in de herfstschemering, in vochte violette nevelen, lag de wei, en vaagjes zichtbaar, omsluierd, daar achter het fijn geboomte van 't Willems-park.

Vochte koelte zoeft door 't bruine riet; Sappen gisten in het dor geraamte Overval ons niet in onze schaamte: Schoonheid, kom nog niet! "Hoe over 't brandend blind bazalt Vind ik den weg naar Lethe? O alles te vergeten Eer de avond valt! "Ik weet dat dood en donker komen Als dit schel daglicht is gebluscht, Maar ik wil diepe klare rust En zonder droomen.

Zoo converseeren met elkaâr, zoodra het eenigszins mogelijk is, de honden, die elkander rond het lijf draaien met obscene kennismaking, de katten, die miauwend elkander ontmoeten op de dakeranden in de lucht of de lieve paarden, die elkander met de vochte snuiten zoo roerend kunnen toe spreken in hunne klanklooze, woordlooze taal, die wij niet verstaan.

En ze begreep het niet; het was een raadsel voor haar, maar ze zocht het niet op te lossen, want het was haar een lief raadsel en als zij er aan dacht, met haar glimlach en hare vochte oogen, verlangde zij alleen hem in hare armen te omhelzen, haar Frank ...

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek