United States or Paraguay ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik voelde huiverend ze henengaan over mijn hoofd. Eener wild bewogene zee gelijk, die aanbeukt tegen rotsen, zóó liepen zij op tegen de trillende zuilen, en sloegen zij samen in de ronding der verwulven.... En de tempelruimte werd haar te eng: in de hoogte baanden zij zich eenen uitweg. Daar openden zich de steenen bogen: sterren flonkerden mij toe: de hemelen lagen bloot boven mij.

En zij wendde zich om, huiverend van dien herfst daar buiten, toen haar blik plotseling op Frans' scheurkalender viel, die aan den wand hing en door Jeanne trouw werd afgescheurd. Met groote, zwarte cijfers zag zij er: 15 November. O God, dat was de dag, dien Otto en zij een paar maanden geleden bepaald hadden als... hun trouwdag! Zij staarde als wezenloos naar die zwarte cijfers.

"Maar hoe kunt gij dit alles weten?" "Wel, het stallichtje, het voetpad en de opening in den muur zijn niets dan listen en strikken, door deze onmenschen aangewend om reizigers te vangen." "En wat doen zij met de reizigers?" vroeg ik, huiverend van angstig voorgevoel. "Wat zouden zij er mede doen?

Huiverend van afschuw wendde hij zich af. Zonder een woord te spreken, verliet hij deze plaats. De Dajak stond verstomd over de eigenaardige manieren van de blanke menschen. Als Kees zijn rechtmatig eigendom dan niet op prijs stelde, dan zou hij het maar behouden. Marti deed niet mede aan het bloedig bedrijf. Toch versierde hij zijn parang met eenige haarlokken.

Slechts hier en daar een eenzaam schaatsenrijder meer over de verre uitgestrektheid. Het leken op donkere vogels die huiverend voor den komenden nacht naar hun mysterieuze nest terugvlogen: en alles was zoo ruim, zoo plechtig en zoo grootsch, dat voor afzonderlijk klein-menschelijk leed geen plaats meer scheen in zooveel weidsche rust en heerlijkheid.

Vol gramschap en vertwijfeling kwam hij binnen, fluisterend: Zij hebben heur gehoond! En met een onheilspellend vuur in de oogen, bezag hij Nele; deze, die huiverend voor Soetkin en Katelijne stond, sprak: Neen, Thijl, mijn geliefde, neen. Dit zeggende, keek zij hem zoo droef en oprecht in de oogen, dat Uilenspiegel zag dat zij de waarheid sprak.

Aan den voet van de trap bleef hij eensklaps staan, hief zijne handen omhoog, deinsde verbleekend terug en morde huiverend: "Hemel! het riekt hier naar de solfer! Zou er een ijselijk ongeluk geschied zijn? Mijn droom? Vluchten wij!"

Het scheen hem, als was hij uit een zonderlingen slaap opgewekt, en als gleed hij in 't midden van den nacht van een steile helling, als stond hij huiverend op den uitersten rand van een afgrond en vruchteloos poogde achteruit te gaan. Duidelijk ontdekte hij in de duisternis een onbekende, een vreemdeling, dien het noodlot voor hem aanzag en in zijn plaats in den afgrond stiet.

Alfons was een der eersten, die voor den ouden barren grijsaard huiverend in den hoek kroop. Het was of al 't herleven van den langen, schoonen, warmen zomer allengs in hem uitdoofde en wegstierf en of hij langzaam aan verstijven zou, rillend met angstige oogen en hoog-opgetrokken knieën bij den haard.

Waarop haar vader uitroept: "Groote God, zij bezwijmt!" En schamper zegt zij tot hem: "Dat zou u goed te pas komen! Als ik weer bijkwam, zou ik beroofd zijn van wat mij het dierbaarste is. Neen, ik wil niet bezwijmen, zoolang hij leeft water!" Alva zelf wil het haar brengen, maar zij duwt hem weg en zegt huiverend: "Niet uit uw handen; mijn kamenier Alida snel!"