United States or Mali ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het was hoog tijd. Zij hadden het niet lang meer kunnen uithouden. Wat is dat heerlijk! riep Napoleona, terwijl zij diep ademhaalde. Dat is nog lekkerder dan een taartje, zeide Sander likkebaardende. Het duurde echter nog eenigen tijd vóór dat Cornelia bijkwam uit de verdooving waarin zij door de benauwdheid geraakt was. Zij was bijna flauw gevallen.

Het licht des levens, dat al sinds maanden in haar dood was, straalde eensklaps verblindend naar haar toe en zij kon den glans van haar geluk niet uitstaan: zij zakte, als gebroken, in elkaar. Toen ze weer bijkwam lag zij in haar bed en hij zat naast haar op de sponde, met hun beide kinderen om zich heen. En hij vertelde, en zij luisterde, in zoete verrukking, glimlachend, en begreep.

Toen ik weder bijkwam, was mijn gelaat vochtig, maar van tranen. Hoe lang die gevoelloosheid geduurd had, kan ik niet zeggen. Ik bezat geen middel meer om den tijd te berekenen. Nooit was eene verlatenheid zoo volkomen! Na mijn val had ik veel bloed verloren. Ik baadde er in! Ach! wat speet het mij, dat ik niet dood was "en dat het nog terecht kon komen!" Ik wilde niet meer denken.

Toen hij bijkwam, vroeg hij met eene zonderling veranderde stem, met eene stamelende tong, naar Francis; toen zij kwam, nog voor men haar had kunnen roepen, deed hij haar op verwarden en verwilderden toon vragen, die de geneesheer voor koortsachtig ijlen aanzag, maar waaruit het voor ons overigen duidelijk bleek, dat hij Rudolf gezien en herkend had en ook nu bij zijne kennis was, daar hij ondanks alles zorgde geen naam te noemen.

Hij wierp dus slechts het raam open, om frissche lucht binnen te laten; en toen hij het jonge meisje een paar druppels water in het gezicht gesprenkeld had, zag hij, dat zij haar oogen opsloeg en langzamerhand weer bijkwam.

Beiden waren wij zeer bewogen; met dit verschil dat hare ontroering veroorzaakt werd door genot alleen, en dat er bij mij wel wat angst bijkwam. Mijne dame verzekerde mij, dat wij niets van haar man te vreezen hadden; ik voelde een rilling mijn vreugd verstoren. "Mevrouw", vroeg ik, "hoe hebt ge de waakzaamheid van uwe gouvernante kunnen verschalken?

Toen ik bijkwam, lag ik in het water, automatisch zwemmend, hoewel ik ongeveer voor twee derden verdronken was. Hoe ik daar kwam, ik heb er geen idee van. Ik herinner mij nog dat ik de Petite Jeanne in stukken zag vliegen op het oogenblik dat mijn eigen bewustzijn uit mij gebeukt moet zijn. Maar daar zat ik, en er bleef mij niets over dan te doen wat ik kon, en dat was een hopeloos klein beetje.

Nadat de hoeders nog een poosje op ridder en knecht losgebeukt hadden, dreven zij met den meest mogelijken spoed hunne paarden te hoop, vervolgden hun weg en lieten de arme afgeroste helden in zeer slechten staat en in nog slechter gemoedsstemming achter. Sancho was de eerste, die weer bijkwam.

Was hij krankzinnig? De grot verlaten. Toen ik weder bijkwam, lag ik in een half donker op dikke dekens. Mijn oom waakte en zocht op mijn gelaat naar eenig teeken van leven. Bij mijn eersten zucht greep hij mijne hand, bij mijn eersten oogopslag slaakte hij een vreugdekreet. "Hij leeft! hij leeft!" riep hij. "Ja!" antwoordde ik met eene zwakke stem.

Toen ik weder bijkwam, lag ik op mijne zijde uitgestrekt in het stof. Eene diepe verdooving had mij bevangen. Met wijdgeopende oogen staarde ik voor mij uit, zonder iets te onderscheiden; het scheen mij toe dat ik geen ledematen meer bezat en dat mijne hersenen ledig waren. Ik leed niet, want het was alsof het leven mijn lichaam verlaten had.