United States or France ? Vote for the TOP Country of the Week !


Meester Gerhards oogen dwaalden onrustig rond. "Ik zou wel eens willen weten, met welke helsche kunsten gij dit klaargespeeld hebt." "Zooals ge wilt, Neef! Gij behoeft mij slecht te volgen." Hij vat den meester bij de hand, beneemt hem de zinnen en voert hem door de lucht. Na eenige minuten betreden zij de aarde. Huiverend herkent de meester het Land van Trier.

Op hetzelfde oogenblik rukt Chester zich los en snelt naar Hermoine toe, en haar Guido, de man, dien zij bemint, vraagt haar huiverend: "Waarom hebt gij dat gedaan?" "Waarom ik dat heb gedaan? Omdat ik u liefheb!" antwoordt zij. "Waarom hebt gij dien man gedood?" Want zij begrijpt het nog niet. Maar haar vader zegt: "Kom bij mij, Hermoine, ik zal u alles uitleggen." Zij antwoordt: "Neen, neen!"

Hij denkt er niet aan, in den regen de kleêren uit te trekken, om ze in de hut droog weer aan te trekken, maar laat zich natregenen en gaat in de druipende lappen thuis bij het vuur zitten, waar hij natuurlijk in langen tijd niet warm wordt. Bibberend en huiverend hurkt hij bij het vuur en is den volgenden dag meestal verkouden.

Alles, wat hem door de liefde van Elaine deelachtig had kunnen worden, werd hem in verleidelijk schoone visioenen voor den geest gebracht. Een eigen thuis de liefde eener vrouw een krachtig kroost van schoone dochters en wakkere zonen, dit alles had zijn deel kunnen worden. Wat had hij nu? Huiverend zag hij om zich heen.

Zij wandelden om de akkers heen en kwamen ergens voor een landelijk herbergje, waar zij binnen traden en weer aan 't drinken en kaartspelen gingen. 't Werd avond, vroege, droeve winteravond; 't werd nacht, kille, nevelige winternacht. Nog steeds was hij met de mannen uit. Opnieuw kwam Rozeke huiverend op den drempel staan en keek en luisterde. Alles was stil en eenzaam in den omtrek.

Wat? vroeg zij, zacht weenend. Dat ik je een oogenblik heb angstig gemaakt? Zij knikte, wankelend opstaande, doodmoê, huiverend. O ja, je hebt me wel even laten ontstellen ... Je moet het nooit meer doen, nietwaar ... Neen, murmelde hij. Hij kuste hare hand: eene liefkoozing, waaraan zij gewoon was, een geur van hoffelijkheid als van een achttiend'eeuwschen markies, en hij ging. Zij bleef alleen.

De dappere kolonel Monteynard bewonderde deze barricade huiverend. "Welk een bouwstuk!" zeide hij tot een vertegenwoordiger. "Geen enkele straatsteen, die uitsteekt. 't Is zoo glad als porselein." Juist verbrijzelde een kogel het kruis op zijn borst, en hij viel. "De lafaards!" zeide men. "Dat zij voor den dag komen! dat men hen zie! Zij durven niet! Zij verbergen zich."

Ze wilde hem volgen, zich vastklemmen áan hem in een angst van ontzetting, maar hij sloot reeds de deur achter zich en hare trillende beenen vermochten zich nauwelijks te verzetten. Huiverend zag zij naar het lijk. Het lag daar steeds, met zijn opgezwollen, verbrijzeld, paars masker, vaal akelig in den valschen namiddagschijn, die schuins door het gordijn van regen binnen neêrzeefde.

Eene koude, koortsachtige siddering voer door zijne leden, krampachtig klopte zijn hart, gelijk de aderen der stervende aan zijne zijde. Wederom opende zich het voorhangsel van het zijvertrek, wederom sloop Atossa binnen, en legde ditmaal de hand op zijn schouder. Huiverend sprong hij op, en ontwaakte. Drie dagen en drie nachten had Nebenchari bijna onafgebroken aan dit leger doorgebracht.

Toen spalkte de gloed aan den hemel vaneen een zwarte smook sloop lenig, wrong zich, door de opening, en boog zich spiedend naar beneden. Huiverend bleef hij staan. Een ketting rammelde, en aan den horizon lag de weerwolf, den muil wijd geopend, den vurigen tong wentelend, en de vreeselijke, gloeiende oogen naar zijn richting. Hij vermande zich, en riep: "Weerwolf! zoekt ge mij?"