Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 oktober 2025


Bleek, huiverend, met strakke trekken en dichtgeknepen lippen, scheen zij een geheel ander wezen te zijn dan de zachtaardige, vreesachtige vrouw, die zij tot nog toe geweest was. Zij ging voorzichtig de gang langs, bleef een oogenblik staan voor de deur harer meesteres, hief in een stil gebed hare handen ten hemel op, en sloop toen even zacht naar hare eigene kamer.

Ik was bang dat ze me gevangen zouden nemen en dat ze me de kazerne zouden laten schrobben, zooals ze dat met Pablo gedaan hebben, die nog ziek is." "Mijn God, mijn God!" mompelde de moeder huiverend, "ge hebt hem gered!" En terwijl ze doeken, water, azijn en reiger-doos zocht, riep ze: "Een vingerbreedte verder en je was dood geweest! Ze zouden m'n jongen doodgemaakt hebben!

De kogel had zich in het puin begraven en hoogstens een wiel van den omnibus verbrijzeld, en de oude kar van Anceau stuk geschoten, 't geen de barricademannen, toen zij het zagen, in lachen deed uitbarsten. "Gaat zoo voort," riep Bossuet tot de artilleristen. Men omringde Gavroche. Maar hij had den tijd niet, iets te verhalen. Marius nam hem huiverend ter zijde en vroeg: "Wat komt ge hier doen?"

Thans vind ik die spelling zoo gek niet, maar toen ik kind was, gruwde ik van zoo'n verregaande onkunde. Huiverend vroeg ik mezelf hoe men tegelyker-tyd grootvader en zoo dom wezen kon? Een schryver die 'n levenloos voorwerp hy of zy noemde, in-plaats van dezelve, was in myn tyd 'n ondeftige knoeier dien ik met al de kracht myner schooljongens-rechtzinnigheid «verachttede

De lof van den doode, in wiens schoenen hij staat, belet Guy een bekentenis te doen, die hij in de beide laatste dagen telkens op de lippen heeft gehad: "God helpe mij, als zij slechts mijn naam liefheeft en niet mij!" denkt hij telkens huiverend bij zichzelven.

Den vooravond had men van de pui van 't gemeentehuis uitgeroepen dat Mevrouw, echtgenoote van keizer Karel, zwanger was en dat er gebeden voor hare aanstaande verlossing moesten worden opgezegd. Gansch huiverend kwam Katelijne bij Klaas binnen. Wat scheelt er? vroeg de kooldrager. Laas! sprak zij met hijgenden boezem. Dezen nacht zag ik spoken, die menschen maaiden gelijk de hooiers het gras.

O, mijn Rupert, kwam dan Francine huiverend aanvleien tegen Sörge's borst, voelt gij die ruimte! .... Ze maakt mij bang, en ik wil altijd maar voort zoo bang zijn .... Ze maakt u klein. We zijn heel klein twee stippelingskens in deze kracht van vormen, in dezen vloed van gonzende luchten en verven, ongezien .... Ik zou willen hier blijven, altijd .... altijd ....

Huiverend bespiedden zij elk van zijn schreden, iedere dwaze daad, want zij konden het voor elkaar niet langer verbergen dat hen allen het vreeselijkst gevaar bedreigde, als deze verschrikkelijke man eens, misschien door een gering toeval, in woede geraakte.

Steeds dezelfde stilte, dezelfde duisternis die hem omgaf. Hij was buiten adem, hij waggelde en leunde tegen den muur. De steenen van den muur waren koud, het zweet op zijn voorhoofd was als ijs, huiverend richtte hij zich op. Alleen in deze duisternis staande, van koude en misschien van iets anders bevende, gaf hij zich weder aan zijn gedachten over.

Verwonderd, wezenloos ziet Annette om, haar lach verstomt, ze rilt als van koude, slaat huiverend de armen over elkander, opent dan wijd en glazig de groote oogen, werpt ’t hoofd trots in den nek en zegt op bevelenden toon: „Mijn mantel!

Woord Van De Dag

arasbesken

Anderen Op Zoek