United States or Georgia ? Vote for the TOP Country of the Week !


»En wanneer men zoo'n knoeier is, dan weigert men de uitnoodigingen, die men ontvangt, vanwaar zij ook mochten komen!" En daarmee maakten de heeren er zich van af. Ik begreep hen. Zij lieten den gewonde voor mijn rekening. Er viel niet te aarzelen. Ik legde het hoofd in den schoot. Ik haalde mijn beurs voor den dag en bood dien braven boer tien franken aan.

Men behoefde niet bang te zijn dat de firma Gibb-Gibb en Co., die haar geleverd had, ze vervalscht zou hebben met vreemde bladeren, of dat zij reeds éen keer afgetrokken geweest was en dus eigenlijk nog slechts dienen kon bij het schuieren van tapijten, of dat een knoeier ze geel gekleurd had met curcuma of groen met Pruisisch blauw. Dit was onvervalschte keizersthee!

"Ah zoo" zegt Toon nog lachend: "ben jij Van Hake, de winkelknecht van dien knoeier!" Bus wist niet wat hij wringen zou, en wrong aan het flard van zijn livrei-jas. Thomas Van Hake trilt over zijn gansche lichaam; doch, hij houdt zich in; hij begreep dat het parels voor de zwijnen zouden zijn om hier Helmonds eer te gaan verdedigen.

En ook 't hysterisch element wie 't weglaat by menschschilderen of geschiedschryven, is 'n knoeier of 'n huichelaar, d. i. beide tegelyk ontbrak niet! Er staan of liggen my 'n paar beelden voor den geest, die de stemming van Wouter's gemoed redelyk zuiver voorstellen, maar... ze klinken onklassisch.

Thans vind ik die spelling zoo gek niet, maar toen ik kind was, gruwde ik van zoo'n verregaande onkunde. Huiverend vroeg ik mezelf hoe men tegelyker-tyd grootvader en zoo dom wezen kon? Een schryver die 'n levenloos voorwerp hy of zy noemde, in-plaats van dezelve, was in myn tyd 'n ondeftige knoeier dien ik met al de kracht myner schooljongens-rechtzinnigheid «verachttede

En ook de kommen met geile koffi bleven dien nefasten dag onaangeroerd staan. Met is hier de plaats, een valsheid van Klaas Kolyn aan 't licht te brengen, die als eerroovend voor 'n deftig handelshuis, aan de nog levende nazaten der Kopperlith's menigen traan gekost heeft. Die knoeier beweert dat "de heeren van 't kantoor" ook hun koffie van-huis meebrachten: dwaling, valsheid, bedrog, laster!

Toen BERYER, le prince des orateurs d.i. naar myn overzetting: 'n knoeier van de ergste soort in één zitting voor en tegen dezelfde zaak pleitte, kwam 't den voorzitter zeker niet in de gedachte dat het eigenlyk zyn plicht was dien oneerlijken man de deur te wyzen. Integendeel.

De vrouw, overtuigd dat mijnheer Van Hake zóó niet spreken zou als zijn patroon niet werkelijk ziek was, moest toestemmen dat het dan zoo maar 't beste zou zijn, want menheer had gelijk: nood breekt wet, en baas Sturk had 'en hekel aan dokter Biermans, omdat Biermans z'n regenton door 'n knoeier als Govers had laten maken; en: "Gauw dan maar, want Sturk heeft gejaagd van belang."