United States or Anguilla ? Vote for the TOP Country of the Week !


Door den smook als neêrduizelend van uit den gansch onzichtbren hemel, plonsde de Atlantic gelijk een zwaar zwembeest vooruit, weêrbaar knarsend, scharmaaiend van ijzer, delvend zijn gang door den nacht.

Maar deze hielden hunne ruggen, in dien éenen mantel, gekeerd naar de meiden, terwijl hunne oogen schalks de taveerne in keken. In de schaduw van den mantel over hunne hoofden gluurden schuin, ondeugend, hunne vier donkere, lang gespleten kijkers den smook en walm der volle zaal zoekende binnen. Blank, jong, frisch, in den gloor van hun stouten glimlach van bedorven-jongens.

De lucht was onadembaar voor wie binnen kwam, om zoo veel walm van olie, smook van pitten, wazem uit ademen en wadem , die uit de keuken drong, om dien damp uit natte kleêren, om dat zweet van zoo veel zwoele, samen klompende lijven, maar eenmaal binnen, voelde wie at of dronk het welbehagen hem door gloeien.

Hier volgen de mijnwerken elkander onafgebroken op; overal ziet men de kale hooge terpen, die het uitzicht belemmeren; overal steken de wanstaltige getimmerten en de leelijke schoorsteenen in de lucht en bedekken met hun schaduw, zoowel als met hun regen van vuilen smook en kolenstof, de kleine huizen met roode daken, die als paddestoelen aan hun voet zijn opgeschoten.

Een grote lamp van gebakken aarde zond haar gele stralen op de getaande aanzichten der krijgers, en een kronkelende smook klom uit de vlam tegen het welfsel: op de wanden bij de hevige schijn der lamp kon men nog enige geschonden versierselen van Romaanse stichting bemerken; een Vrouwenbeeld zonder handen, en waarvan het aangezicht door de tijd was misvormd, stond in een nis op het einde des vertreks.

Wie denkt hier niet in de eerste plaats aan de fiere, hooge rots, waarop het kasteel Chokier troont, hoog boven al het geraas en al den vuilen smook der wriemelende menigte aan zijn voet.

En steeds ging de deur open en verscheen er een nieuwe gast, verschenen er twee nieuwe gasten, twee, drie vrouwen en drongen zich door de volte, den smook en het geschreeuw en veroverden eindelijk een plaatsje op een der lange, houten banken tegen den muur en vroegen een worstje en een Picenum-broodje en een kroes vol Nomentaner.

Een grootsche, somberblauwe smook hing er als een titanensluier overheen en daarin blonken de lichten met duizenden en duizenden, als voor een eindeloos triomffeest, als voor een bovenaardsche feerie.

En een trein snelt uit, de wagens gebufferd de een aan den ander tot een lange lade, 'n laaiing, bolderen met hun dreunlooze karavaan weg in smook en prikkeling van zwavel, over de hooggesjorde wegen weg, boven de afgronden en de verscheurde nacht-vergezichten henen door de wouden van schoorsteentjes, vlam-schichtend door den nacht. De Bar straalt wit.

Hij stak zijn pijp bijna in 't gezicht van den ander en raffelde in een adem van rhum en smook: "hoe is het, zijt ge bang, mijn waarde, dérangeer u niet.... 't Is waar, het is een weinig donker, mais que voulez-vous.... men is hier niet in Amsterdam, par exemple."