United States or Nicaragua ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij was iemand in de beste jaren van den mannelijken leeftijd en droeg de gewone Indiaansche leeren kleeding, die op ettelijke plaatsen gescheurd, en hier en daar met versch bloed bevlekt was. Wapenen had hij niet. Op elk zijner wangen was een zon getatoueerd, aan de gewrichten van zijn beide handen was het vel afgescheurd. Hij was blijkbaar gebonden geweest, en had stellig zijn boeien verbroken.

Toch zijn zij meer dan zij waren. De maskers zijn afgescheurd, het blanketsel door tranen weggespoeld, de naaktheid van het schijnschoon beroofd, en de zelfbewustheid is door eene ruwe hand wakker geschud. Dieper dan haarzelve bekend was voelde Mona den invloed van het gestrenger, ernstiger leven van het Noorden.

De oude "hoorn van Gallië," dat lange en breede schiereiland, Bretagne, leefde onder eigen Vorsten nog lang een staatkundig afgezonderd leven, en het andere, het ten Noord-Oosten aangrenzende schiereiland, werd spoedig na de Carolingers weder door een nieuwen Germaanschen volkenstroom uit Skandinavië van het hoofdlichaam afgescheurd, en bestond eenigen tijd als een op zich zelven staand Vorstendom, het zoogenoemde Hertogdom Normandië.

Boven ons dreven voorwerpen van allerhande soort, opgehoopt tusschen het bruinachtig gras, boomstammen, die van de Andes en het Rotsgebergte waren afgescheurd en door de Amazonen-rivier of de Mississippi werden voortgestuwd; tallooze overblijfselen van wrakken, zoo met schelpen en planten begroeid, dat zij niet boven konden drijven.

Alle Staten, die er liggen aan de andere zijde der Weser, waren van ons afgescheurd en onder het geweld des Magy gekomen; en het stond te vreezen, dat hij geweldig zoude worden over het geheele land. Doch nadat er meer verloopen waren dan drie etmalen, was de geheele Go-raad in de war, en alles even als bij hunne komst.

Ik zag 't stuk papier hangen, ik zag dat 't schuin was afgescheurd, ik keek op den breeden bollen rug en de bonkige schouders van den kantoorbediende en naar den blinden muur. Een van de baksteenen was kapot en van binnen donkerrood; dat brok steen was 't mooiste dat ik zag.

Wij bevinden ons nu vlak tegenover de groote scheur: de eene helft van den voornaamsten bergkegel van Krakatau, den Rakata, een sedert lange jaren uitgebranden vulkaan, is afgescheurd en in de diepte verzonken met het grootste gedeelte van het eiland; de andere helft staat nog, gelijk aan een achthonderd el hoogen, reusachtigen muur van driehoekige gedaante.

Zij ging er meê trouwen, Zij was een groote dame, en ging trouwen ... Met wien, wel met Jozef natuurlijk, met Jozef ... Hij was altijd bij haar geweest, nu ging zij met hem trouwen ... Zij was nu een getrouwde vrouw ... Zij gingen samen wandelen, heerlijk, de menschen keken om naar zoo'n mooi gekleede en gelukkige man en ... Dat was weêr een benauwde nacht, wat trokken zij toch haar lichaam uit elkaâr? moest zij dan zoo gemarteld worden? ... Een stuk van haar lichaam, dat er zich van afscheidde ... O, God, men had van haar lichaam afgescheurd, datgene, waarom Jozef zooveel van haar hield ... Want nu bleef hij wech, zij zag hem niet meer, hij bleef voor goed wech, ... Jozef, Jozef was dood ... Het groeide op en werd hooger naast haar, het wezen, dat uit haar was voortgekomen ... Jozefs gezicht was er in afgedrukt, maar altijd bleef het tusschen haar en Jozef ... als een onoverkomelijke scheiding ... En Jozef veranderde van trekken, hij leek niet meer op den vroegeren Jozef, het was een vreemde man, het was Jozef niet meer ... Want hij was dood, lang dood, wechgezonken onder den grond ... Zie, daar was zijn gezicht, aan de zoldering, aan den wand, op de vloer.

Dat is een oudere broer van den wind, en een nijdige ook! Je zult rillen en beven als je dien daar boven hoort! Dan staan de dennen te trillen, dat de grond waarop je staat meetrilt. Takken worden afgescheurd; soms heele boomen uit den grond gerukt! Het kraakt en beeft en siddert om je heen, of er niets heel blijft, en of de aarde van binnen kermt! Hoe vreeselijk! Als dat eens kwam!

De zeven kleuren des lichts worden gescheiden; de lucht dreunt; en de wind voert het witte, vlokkige schuim wijd en zijd mede. De harde rots siddert, en geheele brokken worden afgescheurd; de pasgeboren stroom voert ze mede als lichte vederen, en ploft ze neder in de diepte, waar alleen hij ze kan oplichten. Water! gij zijt de sterkste de krachtigste, de edelste der vier hoofdstoffen!