United States or Poland ? Vote for the TOP Country of the Week !


De orkaan blijft voortwoeden en werpt de vernielende golven op het schip, dat kraakt en knerpt en langzaam maar zeker uit zijn verband wordt gerukt en vaneen scheurt. Niet minder dan 160 menschen verkeeren in doodsgevaar. De vreeselijke schok heeft hen uit den slaap gewekt. Half gekleed ontvluchten zij hunne hutten en ijlen naar het dek.

De saus van de vogelen zal lekker zijn, maar ze kraakt toch een weinig. Dat kan ook niet missen, want de vogelen zijn in het zand gevallen, als die groote duivel van een hert op mij kwam gestormd, en mijn wambuis en mijn vel al te zamen aan stukken trok. Maar zeg eens, vreest gij de houtvesters niet? Wij zijn al te talrijk, sprak de oude man; zij zijn bevreesd en verontrusten ons niet.

De vlucht en de verwarring achter de garde was vreeselijk. Het leger trok zich eensklaps van alle zijden terug van Hougomont, van la Haie-Sainte, van Papelotte, van Plancenoit. De kreet: Verraad! werd gevolgd door den kreet: Vlucht! redt u! Een zich oplossend leger gelijkt aan een ijsgang. Alles buigt, berst, kraakt, drijft, zinkt, stoot en verdringt zich. 't Is een reusachtige ontbinding.

»Maar wat", voer Claudius voort, »wat kraakt ge mij daar weer voor kwade noten! Een honderdduizend sneltreinen snorren er dagelijks door Europa en hoe zelden hoort men van spoorwegrampen! Waarom zou juist déze trein verongelukken? De kans voor mij is even gering, als om uit een millioen witte boonen blindelings er eene enkele zwarte te grijpen!"

Ik ben de kok, zeide Lamme hen leidend; ik ben de kok. Stoot de wakkere sleden vooruit, beladen met wijn en met bier; drijft vóór u, met zeelen of anderszins, ossen, varkens en schapen. De duiven kirren in de kevies; de volgepropte kapoenen kijken beteuterd in de houten kooien, in dewelke zij zich niet kunnen verroeren. Ik ben de kok. Het ijs kraakt onder de schaatsijzers.

August Helmond moest wel in een zonderling bewogen toestand verkeeren om in deze oogenblikken en op die wijze, zulk een teedere snaar te durven aanroeren. Philips oogen schoten vonken vuur. De leuning van den stoel, dien hij in de hand houdt, kraakt in zijn vuist. Moest hij dát komen verwijten; hier, in haar eigen woning, ja, in haar eigen oor!

Dat was voor Rudy een gewenscht aanbod, het geluk was hem gunstig, gelijk het altijd dengene gunstig is, die op zich zelf bouwt en bedenkt, dat «God ons de noten geeft, maar ze niet voor ons kraakt

«Wat kraakt het zonderling in mijzeide hij. «Zal ik daar dan nooit binnen komen? Het is immers een onschuldige wensch, en die zal zeker vervuld worden. Ik moet er in, ik moet tegen haar aanleunen, al moest ik het raam ook indrukken!» «Daar binnen zal je nooit komenzei de kettinghond, «en als je tegen de kachel aankomt, dan verga je. Weg, weg

Twee komen d'r binnen hossen, twee mannen, die aan 't walsen slaan, bonkend tegen paren. D'r sigaren spatten tegen de japonnen. Vonken dwarrelen mee in de draaiing. Roem-roem-roem-roem. De lijven schokken, de beenen trappen. 't Zand op den grond sist en kraakt. Roem-roem-roem-roem. Even uit. De muziek zwijgt. De paren staan stil, puffend en zweetend.

Als dit gebeurd is, verscheuren zij hem oogenblikkelijk in den letterlijken zin van 't woord; het pantser kraakt daarbij onder hunne tanden, alsof eierschalen worden stuk geknepen. Een Tatoe, die zijn hol heeft kunnen bereiken, ontkomt altijd aan de Honden, omdat het hun niet mogelijk is, hem op te graven.