United States or Dominica ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hierover is een klein kwartier voorbijgegaan; ook de andere slapers ontwaken: op den nok van het dak kweelt het Roodstaartje zijn morgenzang, de Musschen laten zich hooren, de Duiven kirren en weldra is het geheele vogelenheer tot een nieuw leven ontwaakt.

Als zij 's morgens wakker lag, luisterde zij naar het zacht kirren van de woudduiven, en overdag zat zij in het klaverveld naar het gezang van een leeuwerik te hooren, terwijl zij om het hardst arbeidde met de zwaluw, die dons voor haar nestje bijéén verzamelde.

't Is onmogelijk, zich te verbeelden, dat God ons voor iets anders heeft geschapen, dan voor dit: te aanbidden, te kirren, duif, haan te zijn, van den ochtend tot den avond zijn liefjen te streelen, zich in zijn vrouw te spiegelen, fier, trotsch te zijn, de borst vooruit te steken; dat is het doel des levens. Ziedaar, met uw verlof, wat wij in onzen tijd dachten, toen wij jongelieden waren.

Bijna alles wat zij wist, had zij van haar vader geleerd; en zij zag zich weer als klein meisje over haar boeken gebogen, nu en dan heimelijk uitkijkend naar de zonnige wereld daarbuiten, of glurend naar hare witte duiven, die op de vensterbanken te kirren of klapwiekend wegvlogen hoog in de lucht, een zilverwitte stip tegen den blauwen hemel.

Met uw verrukkelijke paadjes, die zoo smal zijn, dat men ze nauwelijks ziet, en zóó diep, alsof ze nooit eindigen met uw woudduiven die altijd kirren, met uw nachtegalen die zingen tot lang na Sint Jan met uw kleine, plotseling te voorschijn komende watertjes, en uw geur uw wonderlijk zaligen geur van volle, gele kamperfoelie! Geen wonder dat gij iemand de ziel betoovert!

Leent gij mij, o Godin, even den wonderen gordel, het gouden sleuteltje van het paradijs? .... Mij dunkt, ik hoor om u de tortelduiven kirren .... mij dunkt, daar ranken, als dansende wingerds, in de sier van hunne zes naakte armen, de drie Charites, bevallige dochters van Eurynone .... mij dunkt, ze omringen u met de rozige onschuld van hunne reine heupen .... dewelke wiegen op een onhoorbaren zang in den waas van hunne doorzichtige tooversluiers .... mij dunkt, daar zweeft over u de blonde Peithô, goddelijke dienstmeid der bekoorlijke overreding, die met zoete muziek de aanlekkende verleiding voorbereidt .... U, hemelsche fakkel van geneugten, u zijn de mirten en de rozen toegewijd!

Te midden van al die valsche sceptici was Rodolphe de eenige, die met een zekeren eerbied over de liefde placht te spreken; en wanneer men het ongeluk had om met hem over dat thema te beginnen, dan was hij in staat om meer dan een uur lang elegieën te kirren over het geluk bemind te worden, over het blauw van het vredige meer, het suizen van den wind, het concert der sterren enz. enz.

Op de Kanarische eilanden zeer veelvuldig, verlevendigt hij, meer dan eenige andere Vogel, door zijn klankvol koeren en kirren de eindelooze bloemrijke ravijnen, welker hellingen mijlen ver bekleed zijn met sneeuwwit, geurig struikgewas, terwijl op den bodem van het dal hooger kreupelhout groeit. Bijna op iederen tak, op ieder steenblok zit een Tortel.

De zon brandde fel op veld en akker, en verschroeide het gras in den paleistuin, waar tegen den avond een zware rozengeur opsteeg. Onder het dichte gebladerte der boomen klonk het zachte kirren der woudduiven, de bijen gonsden van bloem tot bloem, maar verder verbrak geen geluid de stilte.

Ik ben de kok, zeide Lamme hen leidend; ik ben de kok. Stoot de wakkere sleden vooruit, beladen met wijn en met bier; drijft vóór u, met zeelen of anderszins, ossen, varkens en schapen. De duiven kirren in de kevies; de volgepropte kapoenen kijken beteuterd in de houten kooien, in dewelke zij zich niet kunnen verroeren. Ik ben de kok. Het ijs kraakt onder de schaatsijzers.