Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 mei 2025
"Daar, waar de Gele Kwikstaarten broeden," zegt Naumann, "vindt men des zomers geen koolzaad- of raapzaadveld, geen erwten-, boomen- of wikkenakker van eenige beteekenis, geen klaverveld, geen vrij gelegen vette weide en geen boomlooze, grasrijke moerasstreek, waar niet minstens eenige van deze Vogels huizen. In ongeloofelijk grooten getale bewonen zij enkele broeklanden.
Er groeien rozen tegen den muur en het ziet uit op een groot klaverveld zoo hoog opgeschoten, dat men er tot de knieën in verdwijnt en u houdt immers zooveel van klaver? Kom dus maar, als u kunt! Kaja." Zij begreep zelf niet, wat een votum van vertrouwen zij hem gaf, toen zij dien brief verzond doch hij begreep het en stelde haar vertrouwen niet teleur. Zoodra de scholen sloten, kwam oom Frans.
Vóór had zij het uitzicht op een groot, vruchtbaar klaverveld en achter lag het bosch, dat aan één kant op een groote weide uitliep, waar vroolijke kleine beekjes kabbelden tusschen glibberige steenen.
Als zij 's morgens wakker lag, luisterde zij naar het zacht kirren van de woudduiven, en overdag zat zij in het klaverveld naar het gezang van een leeuwerik te hooren, terwijl zij om het hardst arbeidde met de zwaluw, die dons voor haar nestje bijéén verzamelde.
En de steenen bank aan den weg is gebroken. Die bank zult ge missen, het was altijd zulk een heerlijk rustpunt. En zie, op het groene veld onder den amandelboom is een schuur gebouwd. Nu kunt ge u nooit meer uitstrekken op dat bloeiende klaverveld. Ge wordt angstig bij elke schrede. Wat zult ge nu zien?
Het haft danste en zweefde in de lucht, verheugde zich in zijn kunstige vlerkjes, in hun gaas en fluweel, verheugde zich in de warme lucht, die bezwangerd was met den heerlijken geur van het klaverveld en de rozen, van de vlier en de kamperfoelie, van het muskusplantje en de kroezemunt; de geur was zoo sterk, dat het haft er bijna door bedwelmd werd.
Zij liepen samen door het klaverveld weelderige, dichte klaver, hoogopgeschoten, welriekende klaver, die de lucht om hen heen met een stroom van wellust vervulde. "Wat verderop was het gras gemaaid en noodigden groote hooihoopen tot rusten uit. Zij gingen het boschhek door naar de weide.
Zij rukten er toch door en sprongen weer als leeuwen, met vliegende manen door een klaverveld; maar achter de klaver was nog een partij koren, en daar plofte eensklaps een der paarden neer en werd de wagen met een krakenden schok tot staan gebracht. Rozeke bonsde met ruw geweld tegen Smul, die voorover van den wagen stortte, boven op het neergevallen, spartelend paard.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek