United States or Peru ? Vote for the TOP Country of the Week !


En hy hieuw steenen uit de rots, met zwaren arbeid, en hy arbeidde zeer zwaar voor weinig loons, en hy was tevreden." Heel aardig, riep Duclari, maar nu zyt ge ons nog 't bewys schuldig dat die kleine Oepi imponderabel had moeten wezen. Neen, ik heb u dat bewys niet beloofd! Ik heb alleen willen vertellen hoe ik kennis met haar maakte.

De oude weduwe was dermate nieuwsgierig, om te zien, welken uitslag die arbeid hebben zou, dat zij met angstige nauwkeurigheid al de bewegingen van het penseel volgde. Alhoewel Quinten zeer langzaam arbeidde, had hij toch, na een uur tijds, eene print met de schoonste kleuren, met de zuiverste tinten bedekt.

En toen zij ouder werd, hielp zij haar vader werken op het land, of arbeidde zij zelfs wel in het dorp bij de andere bannelingen, om als loon een bundeltje rogge thuis te kunnen brengen. Zoo groeide zij op tot een meisje van vijftien jaar, te midden van veel ijs, sneeuw en duisternis.

De Merwede had de Zuid-Hollandsche Waard grootendeels vernield, doch arbeidde vervolgens weder, om het landverlies te herstellen.

Zij arbeidde om te leven; daarna beminde zij insgelijks om te leven, want ook het hart heeft zijn honger. Zij beminde Tholomyès. Voor hem was 't eene minnarij; voor haar een hartstocht. De straten van het Quartier Latin, waarin het mierennest der studenten en grisetten wemelt, zagen het begin van dezen liefdedroom.

En hoe hij arbeidde, hoe hij zijne gansche ziel daarin uitstortte, in welke mate zijn arbeid hem ernst, heilige ernst was: een enkele blik bijna is reeds voldoende om u daarvan te overtuigen, en dieper studie zal het u steeds meer doen gevoelen.

Die hoop ondersteunde hem, zooals zij alle mijnwerkers, zelfs de minst geloovige doet. Wat Thomas Staal betrof, die arbeidde zooals een werktuig dit zou doen, dat wil zeggen: zonder er bij te denken. Het scheen, althans oppervlakkig beschouwd, dat hij het door zijn vlug werken zoo ver gebracht had.

Maar als bezeten arbeidde ik voort, worstelend om het vliedende gezicht te vatten en te hervatten op dien jongen, dat ik me telkens en telkens, dagen lang, ontsnappen zag en verder weggaan en dan weêr even aankomen, in de wisseling van het geweldige leven dat uit hem spotten kwam. Beneden uit de steenhouwerswerkplaats bomde het onder me, het dof klopgeslaag der houten hamers gruizelend den steen.

Dat doeleinde is wel waard, dunkt me, dat er de proef van genomen wordt!...." Cyprianus liep daarop zijn laboratorium op en neer. Zijne armen waren daarbij evenwel in rust; zijn denkvermogen alleen arbeidde. Plotseling bleef hij stilstaan, daarop greep hij zijn hoed en ging naar buiten.

~Rusteloos~ duidt aan, dat de werking zonder rust, zonder ophouden voortduurt. ~Rusteloos~ arbeidde hij aan zijn grootsche taak voort. ~Onrustig~ wijst aan, dat er geen rust, d.i. geen kalmte of bedaardheid aanwezig is: Een ~onrustige~ slaap. Met ~onrustige~ blikken zag de schuldige om zich, als vreesde hij elk oogenblik gegrepen te worden. Het woord komt dus vrijwel overeen met gejaagd.