United States or Kosovo ? Vote for the TOP Country of the Week !


Met haar kleine koele hand in de zijne daalden zij den weg af, zij in vluggen gang om zijn schreden bij te houden en nu en dan omkijkende in de donkerte van het gebladert. Aan den voet van den heuvel kwamen zij aan opene velden, waar 't bleeke koren stond, en steeds zwijgend keerden zij rechts een voetpad in met jonge populiertjes ter weerszijden. De grond was hier vlak en zij liepen langzaam.

Wij zouden legenden van dien aard gemakkelijk in twee lezingen kunnen geven, maar voor ons doel is ééne voldoende. De twee overige legenden in dit hoofdstuk zijn uitdrukkelijk Japansch. Toen Buddha zijn heilige overpeinzingen op den berg Dan-doku had voleindigd, wandelde hij op weg naar de stad langzaam voort langs een rotsachtig voetpad.

Meest zijn het dennen en beuken, die met hun groen de bergen tot groote hoogte bedekken. De grond is geheel bedekt met heide en mos. Hier en daar blijven omgevallen stammen op den bodem liggen, zooals de storm ze velde. De koning, tot wiens domeingoederen het bosch behoort, wil niet, dat iemand eraan raakt. Elk voetpad leidt naar een mooi uitzicht.

Zoodra den volgenden dag de zon opkwam, begaf onze Dirk zich naar het bosch, waar hij den nachtegaal den vorigen avond zoo heerlijk had hooren slaan, toen hij het reizende gezelschap langs het voetpad geleidde. Het was hem naauwkeurig bekend waar het nest van den nachtegaal was. Er stond te midden van loofrijk geboomte een oude, holle boom. Daar moest hij het nest zoeken.

Eens toen wij laat in den avond van het kongres kwamen, trad een partijgenoote ons tegemoet op het voetpad dat aan de groene graven der gevallen strijders voorbij langs den Kremlinmuur loopt.

Een uur later is opnieuw de voet van de landengte bereikt, en langs een verschrikkelijk moeilijk voetpad stijgen we weer langs de westkust omhoog, en gaan in de richting van kaap Grosso, die den horizon afsluit met haar hoogen marmeren muur.

Toen de overste nader kwam, stond Fieken op het voetpad in den weg, zij ging hem een paar schreden te gemoet, reikte hem den brief toe en zeide: "Mijnheer, ik heb een brief voor u." De overste hield stil, nam den brief, zag Fieken een weinig verwonderd aan en vroeg: "Van wien, mijn kind?" "Van onzen baljuw, mijnheer Weber."

Wy volgden een voetpad, loopende dwars door bebouwde landen, en met den weg gemeenschap hebbende: wy ontdekten verrukkelyke gezichten; maar wy ontmoetten niets anders dan een grooten hoop wilde varkens, wier geknor en geraas op den weg ons, eer wy ze gezien hadden, hen deed houden vooreen afgezonden hoop muitelingen, en wy maakten ons gereed om dezelven wel te ontfangen.

Het voetpad werd bochtig en rees weder en daalde over heuveltjes van dicht wingerdloof, naar een boschje waar zij schimmig de stammen der boomen bespeurden in de tinteling van duisternis. Mevena wendde haar hoofd weêr om, zij stonden stil en zagen aan de schemerwolkige lucht den top des heuvels waar de stad was.

Indien evenwel de genadige vrouw met den jongeheer en de jonge jufvrouwen mij wilden volgen, dan kan ik aan het gezelschap een voetpad aanwijzen, dat wel de helft korter en veel aangenamer te begaan is." De gravin gaf te kennen, dat deze voorslag haar regt aannemelijk voorkwam, en nu haalde de knaap de stang, waarmede de wagen moest gesteund worden.