Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 juni 2025


28 mijn verstand niet belette hem te herkennen; en mijn gelaat naar het zijne nijgende antwoordde ik: "Zijt gij hier, heer Brunetto?" 34 Ik zeide tot hem: "Zooveel ik vermag, bid ik u erom; en indien gij wilt dat ik met u mij nederzette, ik zal het doen indien het gènen behaagt, daar ik met hem ga."

"Welaan dan!" zeide de Heer Bos, en trad meteen, door ons gevolgd, de kamer uit. In het voorhuis stond de oude Martha, die, nijgende, en de handen drukkende van den Heer Bos en van Amelia, afscheid van ons nam. "Wij danken u voor uw herbergzaamheid," zeide de Heer Bos: "vergeet niet, hetgeen ik u omtrent uw zoon gezegd heb, en neem dit aan, voor den omslag, dien wij u veroorzaakt hebben.

Als gij neerziet op de vruchtbare hellingen boven de muren, dan rust uw blik op ontelbare vijgen en olijvenboomen en wijngaarden vol druiventrossen; als gij omlaag kijkt, zie! hoe wit de vlakten zijn van nijgende tarwevelden en groen van de sappige weiden.

Beyaert is zijn naam, en hij staat in een sterken toren. Hij is van 't geslacht der dromedarissen, en zoo ge erop rijdt, kunt gij een sperwer in zijn vlucht kortwieken." Reinout temde het edele ros Beyaert met gevaar van zijn leven, en het paard droeg hem over twee wijde grachten met één sprong. Beyaert stond daarna bevende voor hem, en hij boog zijn pooten tezamen, eerbiedig nijgende.

Eindelijk waarschuwde de ter kimme nijgende zon ons, dat het tijd werd aan den terugtocht te denken, toen wij op betrekkelijk korten afstand de rugvin boven water zagen van een monsterachtig grooten haai, wiens lichaam in het heldere vocht zich duidelijk liet waarnemen.

Maar 's avonds, na de vespers, als Juliaan tusschen de eerbiedig nijgende armelieden de kerk uitschreed, kon hij zoo deemoedig en met een gebaar zoo edel in zijn gordelbeurs tasten, dat zijn moeder vast geloofde hem mettertijd aartsbisschop te zien. Zijn plaats in de kapel was tusschen zijn ouders in.

Met gebogen hoofd en zedig nijgende, glijdt de arme vrouw de zes vrienden voorbij, en verwijdert zich, terwijl allen, als door een zelfde gevoel gedreven, den breeden hoed van 't hoofd nemen, en haar eerbiedig groeten. "En nu," zegt Reael: "de kist onderzocht. De vrienden hebben, zoo ik hoop, de sleutels meegebracht?"

"Je hebt kinderen, nietwaar?" hernam hij ernstig: "welnu, ga dan de kinderen zien, die in de fabrieken werken; keer naar huis terug, en schrijf." De nijgende zon wierp gouden glansen over de golvende korenvelden. Ik drukte hem de hand. Wij hadden in Gods prachtigen tempel ons verbond gesloten. En, Landgenooten, de schrijver dezer regelen ging, en zag.

De overste dacht er misschien ook wel zoo over, doch hij zeide het niet; hij keerde zich schielijk naar Fieken toe en vroeg haar: "Zeg eens, lief meisje, kunt ge schrijven?" "Ja, mijnheer," zeide Fieken, nijgende. "Zij kan alles," zeide de molenaar; "zij kan geschreven schrift lezen en zij kan schrijven als een schoolmeester; want zij moet voor al mijn schrijfwerk zorgen."

Woord Van De Dag

zingenden

Anderen Op Zoek