United States or Solomon Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ook Reinout begon nu te beseffen, dat hij zich ten onrechte driftig had gemaakt, en dat zijn belang vorderde, dat Paolo, of Barbanera, door wettelijke middelen gedwongen werd naar Haarlem te gaan en aldaar eenigen tijd te vertoeven, waardoor hij, Reinout, in de gelegenheid zou zijn hem nader te spreken, en het zoo verlangde geheim af te persen.

"Ik dank u, goede Pater! En hoe werdt gij verlost?" "Op denzelfden dag toen Barbanera stierf. Niet twijfelende, of ik zou spoedig deelen in zijn lot, had ik mij reeds ter dood bereid; toen op eenmaal mijn kerkerdeur werd opengeslagen.

Met deze woorden verliet hij het vertrek. Aan de benedentrap gekomen, hoorde hij zich op eens bij zijn naam noemen: hij wendde het gelaat om en zag onder een donker afschutsel iemand staan, die hem wenkte te naderen. "Wat wilt gij? wie zijt gij?" sprak de monnik: "mijn oogenblikken zijn kostbaar." "Piano! stille!" zeide Barbanera: "gij zoeke la Signora Dekama, isse so niete?"

"Ik heb hem niets toevertrouwd," zeide Barbanera: "hij wist reeds alles: en daar ik vreesde, dat hij babbelen mocht, achtte ik het voorzichtiger hem in uwe handen te leveren." "Gij hadt mij ten minste kunnen waarschuwen," zeide Arkel: "maar hoe kent gij den knaap?" "Ik ken hem beter, dan hij althans gisteren zich zelven nog kende: en dit is zeker, dat hij u van dienst kan zijn.

"Ja, wat zal ik zeggen? ik was zelfs nieuwsgierig om te weten waar meester Barbanera gebleven was: en zoo trokken wij samen naar Utrecht, zonder zelf te weten hoe wij er zouden binnenkomen; maar gelukkig is er heden een wapenstilstand gesloten: en zoo werden wij doorgelaten voor een paar goede woorden, die mijn reismakker aan een kleinen springer van een schildknaap gaf en voor een paar kunsten, die meester Cezar deed."

"Omstandigheden, wier verhaal hier te lang zoude ophouden, hebben mij genoodzaakt, den dienst des Graven te verlaten. Ik wil mij onder de banieren der Stichtschen scharen. Men heeft mij gezegd, dat gij mij daarin zoudt kunnen van dienst zijn." "Ik! wie is de ekster, die dat geklapt heeft?" vroeg Arkel, met eenige drift. "Iemand, die uw vertrouwen schijnt te bezitten, de kokeler Barbanera."

"Bij alle heiligen!" riep Reinout, zich op eens bezinnende; "ik ken die stem! waart gij het niet, dien ik eergisteren in het gewaad van Barbanera met dien Frieschen monnik zag praten?" "Gij zijt een luistervink!" zeide de onbekende. "En gij een verrader!" riep de Italiaan. "Hier! hulp mijne Heeren! deze schelm brouwt aanslagen tegen den Graaf."

"Zie dien ouden uil eens," zeide de nar, "die zich verbeeldt, dat een jonge knappe meid geen beteren reisgenoot krijgen kan dan hem: en voorwaar zij is vrijwillig opgedrost, want, ik heb den man met den zwarten mantel, die gisteravond op de bank lag te ronken, straks aan meester Barbanera hooren zeggen, dat hem, juist toen hij zich te bed wilde begeven, een wit spook was voorbijgesneld, dat hij echter niet goed onderkennen kon, omdat hij de lamp in handen had."

Barbanera liet het hoofd op de borst vallen, sloeg de oogen neder, kruiste zijn armen en mompelde toen: "Non vié altro oracolo che quello del conte di Gelria ."

"Zoo ik niets goeds breng, breng ik althans goed," zeide Daamke: "meester Barbanera heeft mij ingefluisterd, dat ik ongemerkt de kleeren van die weggeloopen deerne moest buitmaken en hier brengen. Ik heb van de drukte, die er aan den Roerdomp is, gebruik gemaakt, en hier is de buidel." "Voortreffelijk; maar wat is dat juweel, hetwelk uw broeder in de hand houdt?"