United States or Somalia ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Ridder!" zeide Arkel op een toon, welken Reinout niet miskennen kon, "bij de eeuwige zaligheid, welke ik eenmaal hoop in te gaan! zooverre is het er van af, dat Madzy Dekama mijne bijzit zoude zijn, dat ik u plechtig kan betuigen, nooit een meer zuivere, meer engelreine ziel te hebben leeren kennen." "Ik geloof u," zeide Reinout: "verder!" "Ik poogde echter, haar afkeer tegen u te overwinnen.

"Hij heeft gelijk!" riep Hugo van Arkel met gramschap. "Wij strijden tegen geen Moren, Mijne heren, en het is een schandelijk werk dat ons wordt voorgedragen. Denkt dat wij met christenen te doen hebben.

"'t Ware zeker mogelijk," zeide Reinout: "dat terwijl uw Graaf met zijn vloot herwaarts komt, Arkel de gelegenheid waarname om hem den oorlog te verklaren." "Dat ware niet mogelijk," zeide Deodaat: "want Arkel zelf zal den Graaf op den tocht vergezellen. Een der punten van het verdrag was, dat hij hem met hulptroepen zoude bijstaan in zijn onderneming tegen Friesland."

Het vaartuig, waarop de Bisschop zich bevond, had langen tijd omtrent gelijken koers met dat des Graven gehouden. Hoewel door gestadige zeeziekte gekweld, had Arkel echter niet zonder een geheim genoegen den bedroefden toestand der vloot waargenomen. Toen het duister begon te worden liet hij den schipper bij zich komen.

Eindelijk echter kreeg Arkel medelijden met het ontroerde meisje, en zich tot den Abt wendende: "al die teekens zijn niet noodig," zeide hij: "ik kom heden niet als Bisschop; maar als vriend. Maar wie zien wij daar? broeder Syard, zoo waar ik leve! Kom nader, Broeder! en geef mij de hand. Altijd zonder wrok, nietwaar?

In de nabijheid van de tegenwoordige kerk verrees eenmaal de Arkelsburg, die in de 10e eeuw door Foppo of Poppo, den zoon van Herman, stamheer van het geslacht van Arkel, gesticht of vergroot was. Het moet een prachtige, "koninklijke" burcht geweest zijn.

"Dwaze vrees! de stad kan het nog lang uithouden: en weldra snelt Gelder met talrijke legerscharen aan tot ontzet." "Gelder!" herhaalde Reinout, met een hoonenden lach: "hij heeft zich met Holland vereenigd: en gezamenlijk bedreigen zij deze wallen." "Hoe!" riep Arkel: "zou de leeuw een aandeel in den buit aan den tijger afstaan? en van waar hebt gij op eens die schoone tijdingen?"

"Kon men u miskennen, na u eenmaal gezien te hebben?" zeide Arkel, den hoffelijken toon hernemende: "wel is waar; ik wilde in den aanvang mijn oogen niet gelooven; want ik kon niet beseffen, hoe de schoone erfdochter van Dekama in boerengewaad op den gemeenen weg zou liggen."

Maar God weet het, toen ik den moordenaar zag, was het mij of ik.... o God!" Hier verborg zij snikkend haar hoofd in 't kussen en begon over al haar leden te beven. "Ik zal uw boodschap laten doen," zeide Arkel: "stel u gerust, maar wees van uw kant een weinig vertrouwelijk. Zeg mij, wie zijt gij?" "Mijn oom zal u alles zeggen," hernam de ongelukkige Madzy. "O! laat hem toch weten...."

Maar zoodra Arkel eens zooverre gekomen was, dat hij een recht begrip gekregen had van het netelige en hachelijke zijns toestands, riep hij zijn vindingrijken geest te hulp: en deze begaf hem ook nu niet: weldra was bij hem het besluit vastgesteld om aan den storm, hoe geweldig die hem ook tegenwoei, een mannelijken weerstand te bieden.