United States or Ethiopia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij hoorde nu niet meer op allen vreemden landaard schelden, noch uitsluitend datgene prijzen, wat louter Friesch was: zij hoorde van gewoonten en gebruiken spreken, waarvan zij nooit gedroomd had: en een beschaafden, wellevenden toon voeren, welke noch op het sombere huis van Dekama noch op Adeelastins ooit gekend was.

Het duurde ongeveer tien jaren, eer Dekama, die intusschen, als der wereld en hare vreugde afgestorven, zijn treurige dagen op zijn erfgoed had doorgebracht, zich herinnerde, dat hij nog een dochter op Adeelastins in leven had: en verveling of nieuwsgierigheid, meer dan ouderliefde, dreven hem derwaarts.

Doch helaas! het onvoorbereide meisje rukte zich los uit de armen van den somberen, zwarten edelman, die haar omhelzen wilde, en zocht haar toevlucht aan den hals van haar pleegmoeder. Deze ontmoeting was weinig geschikt om aan Dekama meerdere teederheid voor zijn dochter in te boezemen.

"Alles behalve: het is een Friesche Jonkvrouw van adellijken huize, de bruid van Seerp Van Adeelen, Madzy Dekama." "Gij raaskalt. Hoe zou een Friesche Jonkvrouw van adellijken huize hier in 't gras komen te liggen?" "Ik weet het niet. Zooveel is zeker, dat ik haar terstond herkend heb, en dat...." Hier werd zijn rede gestoord door een herhaald hoorngeschal aan de buitenpoort.

Onder de waakzame oogen der edele Vrouw bracht de telg van Dekama de dagen harer kindsheid allergelukkigst door, teeder gehecht aan haar pleegmoeder, en ook aan haar grooten broeder Seerp, gelijk zij hem noemde: hoewel zij met dezen laatsten, naarmate zij in jaren klommen, somtijds onaangename tooneelen had, door zijn hoofdigen en eigenzinnigen aard veroorzaakt; want, zoolang hij met haar gesold had als met een klein kind, dat hem nimmer tegensprak, had zij nooit iets van hem te lijden gehad; maar naderhand ging het tusschen hen als met Alexis en zijn zusje, volgens het bevallige gedichtje, dat wij tot motto van dit hoofdstuk hebben gebezigd.

Dekama bemerkte weldra, dat de opvoeding van den jongeling in vele opzichten verwaarloosd was, daar deze op de stins en onder de leiding zijns vaders weinig gelegenheid had gehad om zich in het meer edele gedeelte der ridderlijke oefeningen bekwaam te maken.

Maar behalve de uiterlijke bekwaamheden, welke hij van Dekama overnam, zoog hij ook van dezen, gelijk wel te verwachten was, al de vrijheidsademende denkbeelden en al den nationalen trots in, welke den ouden Edelman kenmerkten en, als het meestentijds gaat, door zijn kweekeling nog overdreven werden.

Vurig had Dekama gewenscht een stamhouder achter te laten, op wien zijn bezittingen en tevens zijn haat tegen alle vreemde overheersching zouden overgaan. Reeds lange jaren was hij gehuwd geweest met een dochter uit het geslacht der Hattinga's; maar zijn echt was steeds onvruchtbaar gebleven.

"Joost haal mij! wij hebben van den een noch van den ander iets vernomen. Te Rijnsburg wist men van geene Madzy Dekama, zooals ik trouwens ook wel dacht: en te Plaswijk wist men evenmin waar meester Barbanera was: ik heb alleen zijn kast gevonden en die meegenomen om voor den man te bewaren.

"Madzy Dekama!" zeide Adeelen, toen hij haar genaderd was: "wij wenschen den Olderman te spreken." "Dat mag niet geschieden," zeide zij: "de arts heeft het stellig verboden." "Zijn wij van dat verbod niet uitgesloten? het kan een ouden getrouwen vriend immers niet betreffen?" "Het betreft iedereen, wie hij ook wezen moge. De zieke is nog zwak en moet alle aandoeningen mijden."