Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 juni 2025
Ja, dat weten wij, zei Madame nuchter, 't is uw Benjamin... maar 't mag zijn, want het kind ziet u liever dan zijn eigen ouders. Als ik hem "De Pruimenboom" hoorde opzeggen, dan dacht ik aan mijn eigen kinderjaren... Ik heb het gedichtje nooit vergeten, en Albertken zal nooit vergeten dat hij het van mij heeft geleerd...
Hoe keek ik nu uit naar dien onruststoker uit de groote wereld, wanneer ik na de paar menschen, die op het emplacement werkten bezocht, en gezien te hebben, dat zij elken dag hun taak hadden volbracht, doelloos ronddoolde door het woud. Zoo begon ik in die dagen te lijden aan ongeduld, verveling en... verlangen, en in mijn dagboek vind ik uit dien tijd een gedichtje:
Hij, Cornelis, was getrouwd geweest met Catharina Quekels, die hem twee kinderen schonk, Jacob, in 1598 geboren, en de bekoorlijke Machteld, haar, die door Constantijn Huygens bemind werd, en op wier dood in 't bloeien harer jeugd Vondel zulk een alleraandoenlijkst gedichtje schreef.
Clodius was een rijmelaar, die kans zag in het kleinste gedichtje een tiental Grieksche goden en godinnen te huisvesten, doch dit van zijn leerlingen niet duldde; zonder te verklaren waarom. Wolfgang schreef meestal in verzen de hartstochtelijke gedeelten van zijn brieven en zijn opstellen en dit waren zijn slechtste verzen niet maar zijn leeraar verbood hem zulke ruwheid.
"Wel ja! van dat geestige gedichtje, dat wij te zamen lazen," zeide deze. "Welk bedoelt UEd.?" vroeg Helding, zijn oogen beurtelings van den eenen naar den anderen kant wendende: "ik kan niet nagaan...."
Gevlekt en half uitgewischt, niet uitmuntende door dichterlijke volmaaktheid, riep dit gedichtje toch een uitdrukking van onuitsprekelijke blijdschap op Betsy's gelaat te voorschijn, want het was haar grootste verdriet geweest, dat zij zoo weinig gedaan had, en Jo's versje scheen haar te verzekeren, dat haar leven niet onnut was voorbijgegaan dat haar dood niet die wanhoop zou veroorzaken, waarvoor zij gevreesd had.
Zij had niet het allergeringste vermoeden gehad, dat iemand van geluk zou kunnen sterven! Van verdriet en verlangen dat kon zij begrijpen maar van geluk! Van geluk zou men toch onmogelijk kunnen sterven. En plotseling dacht zij aan het gedichtje: En het Leven schreef met kleuren, die waren als bloed zoo rood
"Wel! dat verliefde stukje," zeide Van Ranst: "ik heb het den vijfden van mijn weerpartijders nog in de ooren geschreeuwd, toen ik hem den kop gekloofd had: maar nu ben ik het waarachtig vergeten." "Dat waar eine frolijke manier om hum naar de eeuwigkeit te promenieren laten," zeide Weinstübe. "Misschien," zeide Helding, "meent UEd. dat gedichtje op het kuiltje in het kinnetje van Phyllis!"
»Morgen gaat de looper,» zei Bob. »Dan zullen we Pieter zijn cadeautje sturen.» »Maar hoe?» zei Bob. »In dat kistje gaan ze spoedig dood.» »Dat is waar. Weet je wat, in een mandje dan. Wij hebben wel een mandje, dat daarvoor heel geschikt is, in het schuurtje staan. Dan kunnen ze onmogelijk doodgaan door gebrek aan lucht. En zeg, jongens, nu moesten we er een gedichtje bij kunnen doen.
De scherts, welke Hooft zich onder Tesselschades naam jegens Huyghens veroorloofd had, smaakte dezen laatste maar half; althans aan het slot van een ander gedichtje, 't welk hij haar iets later zond, verzocht hij haar vriendelijk, er Hooft buiten te houden: Tesselschaedje Kameraedje, Die dit praetje Uyt mijn hert En van binnen Uyt het spinnen Van mijn sinnen Hebt ontwert, Hebt het, hout het, Sluyt, ontvouwt het, Siet, aenschouwt het Als belooft, Maar, bewogen Uyt medoogen, Sonder d' oogen Van uw Hooft.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek