Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 juli 2025


Gij, Graaf Robert, zijt in dit ogenblik niet meester over uw leven; indien gij sneuveldet, zou het leger van uw Vorst zonder Veldheer blijven, en diensvolgens aan de wanorde en de verdeeldheid blootgesteld worden: dit moogt gij niet wagen. U, Mijnheer Van Arkel, vraag ik, of gij aan de dapperheid van Mijnheer d'Artois twijfelt?"

Hun bevelhebber is, naar ik hoor, Wouter van IJselstein." "Onbekend, Goddank!" zeide Arkel: "welk een slag van een man is hij?" "Een jonge, ruwe gast, naar mij toeschijnt," antwoordde Daamke. "Voortreffelijk! dan is er geen kwaad bij. Ga spoedig, met Barbanera, mijn twee dienaars roepen, en laten zij zich wapenen. Hei!

Gereed om den tocht aan te vangen, scheen Arkel zich nog iets te herinneren: hij wendde zijn paard om, en, Peter op zijde komende, fluisterde hij hem zachtjes in 't oor: "Wat de twee gevangenen in den kelder van het slot betreft, gij zorgt, dat zij onder geen voorwendsel hoegenaamd iemand te zien of te spreken krijgen." "Ware het dan niet beter," zeide Peter, "dat men hen liet uithongeren?

Eindelijk waagde zij het, naar hem op te zien: inderdaad, zij kon Arkel bijna niet herkennen, zoo geheel veranderde hem zijn tegenwoordige kleeding, bestaande uit een reismantel en kap van best Haarlemsch linnen, dat in breede, niet onbevallige plooien om zijn welgevormde leden hing: en waaronder hij, in weerwil van de verbodswetten en kerkelijke verordeningen, een zijden kleed droeg, rijkelijk met bont geboord, en van voren met een juweelen gesp gesloten.

Voor 't oogenblik zal ik u verlaten en u gelegenheid geven u te kleeden: zoo gij inmiddels iets noodig hebt, gelief slechts op den vloer te stampen en men zal zich gereedmaken om aan uw wenschen te voldoen." Met deze woorden nam hij zijn afscheid. "Ik heb haar!" zeide Arkel verheugd, tot zich zelven, zoodra hij de kamer verlaten had.

Bij den eersten opslag meende Arkel, dat hem die trekken bekend voorkwamen; maar daar hij Madzy slechts eenmaal, op het steekspel, en wel in haar schitterenden dos gezien had, herkende hij haar niet, ja was hij er verre af van te vermoeden, dat het bleeke boerinnetje, wier hoofd thans op zijn knie leunde, de Roos van Dekama kon zijn.

Dit gezegd hebbende, haastte hij zich naar Reinout, aan wien hij het gebeurde mededeelde: zoodra zij het te zamen eens waren geworden over de beste wijze, waarop de reis zou kunnen plaats hebben, ging de Italiaan zijne toebereidselen maken, en keerde Arkel naar de beide nieuwaangekomenen, aan wie hij zijn ontwerp voor zooverre hun aanging mededeelde en het noodige onderricht gaf.

Madzy verzekerde hem, dat men haar met alle mogelijke voorkomendheid bediend had, doch dat zij niet in staat was geweest, iets te nuttigen. "Gij hebt kunnen hooren," hernam Arkel, "dat de Stichtsche bende voor de poort staat. Een draagstoel is gereed voor u en gij kunt voor ieder onbekend blijven.... indien gij namelijk het besluit genomen hebt, van met ons te vertrekken."

"Maar gij hebt vergeten," ging Reinout voort, "dat gij mij door die handelingen hoondet: dat ik uw geheim in mijne macht heb: dat, eer de avond daalt, gansch Utrecht en het geheele leger des Graven weten kunnen, hetgeen gij zoo gaarne zoudt willen verbergen!" "Welaan!" zeide Arkel, met bitterheid: "het moge ontdekt worden: ik heb mij over geen sluipmoord te schamen."

Met deze gedachten zette hij zich onder aan de trap, zich verheugende over de toekomstige belooningen, die hij verwachtte. De ongelukkige dacht weinig, dat zelfs het goud, zooeven ontvangen, hem van geen dienst meer zijn zoude. "Welnu! mijn waarde Pater!" zeide Arkel, zoodra vader Syard in zijn tegenwoordigheid stond: "hebt gij al eens over mijn voorstellen nagedacht?

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek