Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 juli 2025
"Maar één ding moet gij mij nog verhalen," zeide Arkel: "hoe zijt gij toch uwe gevangenis ontkomen?" "Seerp Van Adeelen, wien ik als mijn medeminnaar haatte, toonde zich mijn vriend. Hij verschafte mij een dolk.
Daarbij dient in aanmerking te worden genomen, dat Jan van Arkel nog jong en in de kracht van zijn leven was: dat hij, schoon tot den geestelijken stand opgeleid, echter altijd smaak had blijven voeden voor ridderavonturen: en eindelijk, dat hij een groot gedeelte van zijn leven reizende en buiten alle betrekking had doorgebracht: en het zal niemand verwonderen, dat de mijter en kromstaf zich niet als terugschrikkende teekens tusschen hem en de beeltenis der schoone Friezin kwamen plaatsen.
Ik heb wel een verkeerde ingeving gehad, toen ik dien Jan van Arkel, omdat hij een Hollandsen edelman was, tot Bisschop liet verkiezen. Ik had gehoopt, hem als een kind te zullen regeeren, en bij den Hemel! zoodra hij den mijter op het hoofd had, is hij Stichtenaar in zijn hart geworden en heeft mij in alles tegengewerkt.
Zij hebben nog last van de wonden, bij den brand bekomen; doch ik vlei mij, dat zij desniettemin in staat zullen zijn, heden met u af te reizen." "Ik weet niet," zeide Arkel, glimlachende: "maar ik geloof, dat ik slechts een van beiden zal kunnen medevoeren." "Hoe!" zeide Aylva: ik had mij gevleid, dat uwe Hoogwaardigheid...."
"En wat zult gij doen, wanneer gij al uw vazallen zult vermoord hebben?" vroeg de zwaarlijvige Hugo van Arkel, lachende. "Op mijn trouw! Dan kunt gij zelf uw landen beploegen. Een schoon vooruitzicht, waarlijk!"
"Neen!" hernam Reinout: "maar een geestelijke, die de wapens voert, is door die daad zelve vervallen van zijn waardigheid." Arkel zweeg en ging met groote stappen het vertrek op en neder, terwijl zijn hoofd vervuld was met onaangename gedachten.
Onderwijl was Hugo van Arkel met zijn achthonderd onverschrokken mannen tot in het midden der Fransen geraakt, zozeer was hij aan alle kanten door de vijand omringd, dat het de Vlamingen onmogelijk ware geweest hem nog te zien.
"Ik ken hier niemand dat recht toe," antwoordde Arkel, "dan den Bisschop, mijnen Heer en den uwen. Hebt gij een lastbrief, door hem geteekend?" "Vriend!" zeide IJselstein: "zoo gij een dienaar des Bisschops zijt, zult gij weten, dat hij bij zijn vertrek zijn gezag aan de Kapittels heeft overgedragen, uit welker naam ik spreek."
"Daar schijnt haast bij te wezen," zeide Arkel, zich voor een kijkgat plaatsende, vanwaar men op den buitenmuur en op de laan zag: "bij alle duivels! daar is uw trouwe Hans, zoo rood als een kalkoensche haan, die ons zeker de komst der Stichtsche benden komt melden.... en ginds zie ik een paar wapenknechten de laan afkomen, zeker om bezit van het kasteel te nemen:.... en wat verder komt vader Syard in eigen persoon.... juist op gelijke afstanden, als de drie boden in de schilderij van den vromen Job.
Noord en Oost Tartarye, enz. Eerste druk. Amsterdam, 1692; Tweede druk. Amsterdam, 1705. Japanese-Korean relations after the Japanese invasion of Korea in the XVIth century. Beschryvinge der stadt van Gorinchem en landen van Arkel. Gorinchem, 1755. Formosa. Zoo werd het eiland gedoopt door de Portugeezen; bij de Spanjaarden heette het Hermosa; de Chineesche naam is Tai-oan d.i.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek