Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 mei 2025
De vorm van samenleving die Rousseau als het ideaal beschouwde: half kleinburgerlijk en kleinboersch, half patriarchaal nog, bood aan de vrouw geen arbeidsveld in de gemeenschap: in de stille beslotenheid van het gezinsleven, daar lag haar taak, daar lag haar akker om te beploegen en te bezaaien, om een heerlijken oogst van liefde, harmonie en tevredenheid te kweeken.
Zij arbeiden in vertrouwen, zij bevaren de zee, zij beploegen den grond, zij weven, zij drijven handel, zij openen zoo voor Vlaanderen de bronnen van welvaart en rijkdom, terwijl heerschzuchtige lieden hunnen ondergang smeden!... Tancmar is de geboren vijand der Erembalds en, om dezer macht te breken wenscht hij de Kerels onderjukt te zien.
De knaap stond ademloos met gebalde vuisten en wijd opengesperde oogen te luisteren. "Wanneer zal ik een veld kunnen beploegen?" mompelde hij binnensmonds, en ging haastig naar beneden. Toen hij aan 't koor gekomen was, luisterde hij nog eens aandachtig: de stem van zijn broertje verwijderde zich snel, en de kreet: "moeder! broer!" stierf geheel weg, toen er een deur dicht ging.
Wij reden voorbij oude bronnen, groote oude graftomben, langs sinaasappelplantages; wij zagen uitgestrektheden land beploegen met 'n kameel of een os voor 'n ééntandsche ploeg bespannen; wij zagen Bedouïnen in hunne primitieve hutten, en licht en eenvoudig landbouwwerk verrichten; wij zagen kudden schapen en geiten, en menschen die zoo uit den bijbel in levenden lijve voor ons stonden; wij reden langs de vlakte van Sharon en zagen de vrouwen en meisjes water uit de bronnen halen en ezels en kameelen zich laven met het koele vocht; wij zagen de roos van Sharon in menigte bloeien en daarnaast de leliën van het veld en narcissen en irissen en dat alles eerst in mooi, helder daglicht en terugkomende in een prachtige avond-schemering.
Van het Sint Columba van voorheen blijft niets dan het tegenwoordige Jona over, dat Jona met zijn weinige ruwe boeren, die met moeite op dien zandgrond een middelmatigen oogst van gerst, koren en aardappelen teelen, met zijn weinige visschers, wier sloepen de vischrijke wateren der kleine Hebriden beploegen.
Eens, op een ochtend, dat hij een verafgelegen partij land aan het beploegen was, zag hij, in een struik van den elzekant die den akker omsingelde, een vreemd klein dingetje hangen, een soort bruinhouten pop of beeldje, leek het hem half verborgen in 't gebladerte. Hij liet zijn ploeg met paarden even staan en ging dwars over 't akkerland, op 't vreemd verschijnsel af.
Maar toen er al spoedig daarop weer menschen voorbijkwamen en hem toeknikten, werd hij blijde en dacht, dat het toch wel heel deftig moest staan, dat hij zoo vijf paarden had, om zijn land te beploegen; nu klapte hij andermaal met zijn zweep en zei: «Voort, mijn paardjes»
Als iemand eene geschiedenis behoorlijk wil vertellen, moet hij 't juist zóó aanleggen als de eggers en de ploegers, wanneer zij een akker beploegen; hij moet altijd rechtuit ploegen, alles raken en niets overslaan. Maar, al volgt hij dezen regel, zoo blijft er toch hier en daar wel eens een eind liggen, waarheen hij weêr terug moet keeren, om er de voren nog eens over te halen.
"En wat zult gij doen, wanneer gij al uw vazallen zult vermoord hebben?" vroeg de zwaarlijvige Hugo van Arkel, lachende. "Op mijn trouw! Dan kunt gij zelf uw landen beploegen. Een schoon vooruitzicht, waarlijk!"
Op hem volgde de landeigenaar, die aan het beploegen en bezaaien van den grond, maar ook aan het jachtvermaak dacht; mijnheer October had een hond en een geweer bij zich en noten in zijn weitasch. Hij had veel bagage bij zich, zelfs een Engelschen ploeg, hij sprak over landhuishoudkunde, maar door het hoesten van zijn buurman hoorde men daar niet veel van.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek