United States or French Guiana ? Vote for the TOP Country of the Week !


Door de kweekers worden de hiertoe behoorende soorten, met meestal zeer welriekende bloemen, verdeeld in drie groepen: Narcissen, Tazetten en Jonquilles. De Narcissen dragen slechts één of twee, de Tazetten daarentegen een aantal bloemen op één steng; zij hebben smalle, grasachtige bladeren en sterke bollen.

Het eerste jonge groen tooide boom en struik; in Ervings tuin bloeiden narcissen en vlier; de goudenregen boog zich over de haag, en de met roode bloemen prijkende takken van den hagedoorn hingen zwaar neder onder al hare bloemenpracht.

Daarna ging ik werken. Op mijn tafel rankten de narcissen. Wie binnen kwam zei: "Van wie heb je die bloemen? Van wie?" In het lamplicht glansden zij mat, als zwanendons. Enkele blaadjes kromden spichtig, maar overigens was er geen leven in. Ze waren voorover gebogen en leken te volgen het gaan van de pen, die zwarte draadjes uitkrabde. De afgesneden stengels rustten in water.

In sommige gedeelten van het land vond men prachtige oude bosschen met eiken-, beuken- en kastanjeboomen; er waren olijf- en vijgeboomen; er waren verschillende soorten van bloemen, rozen, violen, krokussen, geraniums, narcissen, heliotropen en anemonen.

Al de verschillende soorten Narcissen laten zich zeer goed in bloei trekken, wanneer men daarmede niet vóór half Januari begint; zij zijn dan in dien tijd goed beworteld en hebben zich flink ontwikkeld. Het in bloei trekken moet niet al te snel gaan. Men brengt deze planten eerst in een vertrek, waarin niet gestookt wordt, doch dat vorstvrij is; acht

Over het landschap drijft een niet zichtbare schim, schijnbaar opgelost in den luchtglans: de booze geest, de malaria; maar aan den spoorweg links en rechts balsemen lange reeksen eucalyptussen met volheid van geur de lucht en sterk, suikerzoet, trillert naar boven de walm van duizenden narcissen.....

Ze gingen als witte droomen voor mij uit. Nu staan zij al dagen in mijn kamer op de vensterbank waar ook violen staan. Het is een bloemfestijn van Mei. De zon warmt er op neer. De violen, paars en geel, fluweelen mollig naast de narcissen. Als ik de witte kronen keer naar binnen om de gouden harten te zien en de fulpen bladen, zijn zij onrustig.

De visschersvrouw had overal in de kamer gele narcissen neergezet. Op de vensterbanken, op de tafels, kransgewijze op het witte tafellaken en zelfs om de oleografieën aan den muur. "De lucht is bijna te sterk," zeide Kaja, terwijl zij met haar mouw er een paar weg streek. "Ik heb nog nooit zooveel narcissen bij elkaar gezien." "Ik houd er veel van," zeide oom Frans, terwijl hij er een paar opnam.

Maar aan het einde der straat geelde in de schemering het puntige lichtje der tram. Ik stond stil. De narcissen schenen te groeien, te schieten uit mijn witte hand. Het was wonderlijk. Het was alsof bloemen in vleesch waren geplant. Het was wonderlijk en geheimzinnig-mooi: het wit en goud der narcis, het purper boven de boomen. Toen kwam de tram. Ik stapte in. Achterop stond alleen de conducteur.

Nu kwam ik buiten, uit de schemering in het huis, in de schemering buiten. Boven het Willemspark ging de zon onder. Purperen strepen achter en boven de boomen, die vormden één massale schaduw. De toppen der boomen in het groenige avondlicht stonden er bits tegen aan. Er was een groote rust over alles. Stil hield ik mijn hand vooruit. De drie narcissen trilden bij elke beweging.