United States or Curaçao ? Vote for the TOP Country of the Week !


La-tje, blond als vlas en mollig als een poesje, groette hem met een lieven glimlach en een vriendelijken blik van haar lichtblauwe oogen; Rozeke, ietwat grooter en tengerder, met zacht krullend bruin haar en frissche wangen, begroette hem slechts met een vluchtigen blik en een haastig, als 't ware bedeesd "dag Fons", haar heel-kleine klompjes in de hand, haar grauwe werkschort en blauw-linnen zonhoed aan den arm.

't Was heerlijk hem dat te zien doen. 't Was als een lafenis die henzelven doordrong. Zij zuchtten van verlichting. Toen 't schaaltje leeg was streelden zij hem nog eens om beurten op het aardig warrelkopje en spraken hem zoete liefkoozingswoordjes toe. Dan werd het mandje, waarin een mollig dekentje lag, zacht gesloten. Nu konden zij gaan.

Snel verwisselde hij zijne rijkleeding voor een andere, en spoedde zich toen naar de woning zijner zuster, waar de meid hem mededeelde dat alleen de juffrouw thuis was en dat hij haar in de serre zou vinden. Zijn hart klopte wilder, toen hij de kamerdeur zacht opende en sloot, en over het mollig tapijt onhoorbaar naar de serre trad. Bij de opengeschoven deur bleef hij staan.

Het meisje stak haar arm door den arm van den prins, en de prins, moe en eenzaam, vond dit prettig. Hier woon ik! zei het meisje, een deur openend. En de prins, koud en moe, voelde zich behaaglijk opnemen in een warm, mollig vertrek, doortrokken met een geur die hem zacht bedwelmde. Waarom kus je mij niet? zei het meisje, zich tegen hem aanvlijend. Is dit Liefde? vroeg de prins droomerig.

Velen lagen bijna op den grond door den druk der sneeuw, en hun verwrongen stammen en takken lagen ter aarde als zilveren slangen. Plotseling deed zich een prachtige aanblik voor op de gletschers; we kampeerden daar juist tegenover op de weide met haar mollig grastapijt.

De mensch, in ’t malsch en mollig mos gezonken, Trekt uit de zwarte schaduw niets dan zwoelte, Hij hijgt naar koeler adem, droomt van koelte.... Daar doet een bries de abeele-loovren trillen, De lauwe vliet en ’t riet van weelde rillen.... Natuur heeft leven uit de lucht gedronken!

De banken der 3de klasse waren 's nachts een te harde rustplaats en ik nam haar op mijn knieën, opdat zij niet al te zeer het gemis van ons mollig bed zou voelen. Dit wat het verleden aangaat. Thans ben ik dood; in het smalle ledikant dat op deze gemeubileerde gehuurde kamer staat, ben ik zooeven gestorven en mijn vrouw ligt op de knieën voor mijn leger en schreit.

Onzeker klinken de eerste tonen, maar langzamerhand herkrijgt hij kalmte en vastheid. Wat hij speelt, weet hij zelf niet: hij phantaseert. Week en mollig klinken de tonen in een langzaam tempo, als wilden zij een schreiend kind in slaap wiegen; allengs versnelt de maat, glijdt de strijkstok luchtiger over de snaren, en eindelijk zingt de viool een zachte, opwekkende melodie.

Ze drukte stille zijne vingeren, die als beenderlooze vleeschkussentjes, alle vijf lepelvormig nevenseen, hare hand mollig omsloten. Ze knikte hem glimlachend toe, en vroeg: Zijt ge gelukkig, beste Johan, en zult ge mij eens komen bezoeken? Hij kon niet spreken. Hij hoorde niet wat ze zei. Hij lispelde weer: Wat zijt ge schoon geworden! ....

Gruwelijk! een straal ijs schiet mij door het ruggemerg; geen einde aan dit duizelig nederdalen. Ik hen dood! Neen, nog niet, God zij dank! Daar kom ik terecht op eenen grazigen bodem, als op een mollig bed. Ik betast mijne leden; niets gebroken, niets bezeerd!