Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 30 april 2025


"O," lispelde Marius, "hoe schoon zijt gij! ik durf u niet aanzien. Daarom aanschouw ik u. Ge zijt een gratie. Ik weet niet, hoe 't mij is. De zoom van uw kleed, wanneer de punt van uw schoen er uit komt, brengt mij in verwarring. En welk een betooverende glans, wanneer uw gedachte zich voor mij opent. Gij spreekt wonderbaarlijk verstandig. Soms komt het mij voor, dat ge een droom zijt.

Hij bracht het er, ofschoon in duizend angsten, heelhuids af en werd verbazend toegejuicht, toen hij zijne gekunstelde buiging maakte en het tooneel verliet. Een klein bedeesd meisje lispelde het versje: "Marietje had een lammetje, enz.," maakte eene medelijdenswekkende dienares, kreeg haar voegzaam deel toejuichingen en ging blozend en voldaan weer zitten.

"Wat een héérlijke, roode appeltjes", riep het kleine teere Jetje opgetogen uit. "Ik heb wel geld in mijn portemonneetje, vier centen. Maar we mogen niet meer koopen, Eetje? Van onzen lieven Heer niet," lispelde het kleine slangetje schuchter en verleidelijk...... Niet koopen, maar wel borgen flitste plots door mijn brein, en als een ware Eva bezweek ik.

Hij kuste haar lang. Hare oogen bleven onder zijne vredige blikken gesloten. Ze ontwaakte als uit een goeden droom. Ze lispelde: Rup, lieve, lieve .... Ze zag in den nevel van de hare, zijne zwarte vredige blikken. Ze schrok en stiet hem achteruit. Hij was vóor haar, uit de bedwelming van tranen en geuren, opgerezen met de bloote werkelijkheid van zijnen vredigen blik.

Men voelde allentwege een wrevelige kilte, en men loerde naar de plate van 't horloge. Mijnheer Devleeschouwer moest nog zijne denkwijze kenbaar maken. Kwart over tien, lispelde zijn wijf met geveinsde onverschilligheid. Maar mijnheer Devleeschhouwer hield er bepaald aan ook zijn woord te plaatsen en hij deed het met de noodige deftigheid.

Hij boog zich, hij knielde om dichte bij haar te zijn. Hij streek lijze over haar slapen en bezag haar lange, zooals ze daar klein-hijgend te rusten lag. Hij lispelde: Tante Olympe, slaapt ge? Hare lippen roerden en een glimlach speelde erlangs. Hij zei: Tante Olympe, wij zien u allemaal geerne. Ja ja ... tante Olympe ... we moeten wij u gehoorzaam zijn....

Vindt je het niet dwaas .... ik voel me altijd zoo .... beter dan anders, als ik mooie muziek hoor; ik krijg dan bijna een gevoel of ik je toch wel een beetje waard ben, lispelde zij bijna aan zijn oor, onhoorbaar voor wie hen omringden. Het is misschien wel pedant van me, maar ik kan het toch heusch niet helpen.

En hij lispelde: Al 't mijne.... Hij sprong meteen op en zijn gelaat werd wild, ruw, wreedaardig. Goedele vreesde dat hij haar bemerken zou. Hij bleef rondkijken, en trok geweldig zijn asem op langs zijn neuze, alsof hij een ongewonen reuk opsnoof en weten wilde.... Hij tort naar een der vensters en keek door een splete der luiken de donkerte in van den nacht.

Deze toch maakte een lichte beweging; greep met beide handen naar het ledige omhulsel van zijn dierbaren schat, en lispelde zacht, als zong hij een klaaglied: "Haar afscheid was een zoet vaarwel, Zij drukte mij de hand en snel Was zij van mij gegaan."

Zij was jong en schoon, groot en slank van gestalte, statig en gebiedend in hare houding. Met de linkerhand hield zij de teugels van haar paard vast, terwijl een valk met roode kap en gulden schelletjes, op hare rechterhand rustte. «Wat is zij mooi» lispelde Anneken en haar oog rustte op het rijkgeborduurde kleed der gravin, dat in breede plooien tot op den grond afhing.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek