Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 juni 2025
Ik heb daar rijpelijk over nagedacht, Rup .... Ge ziet het: ik kom tot u als eene vreemdelinge, ik wil u niet doorzinnelijkheid overhalen. Ik heb alles bekeken met mijn verstand, Rup, en ik spreek nu tot uw verstand. Wij mogen malkander niet bedriegen noch bedwelmen. Daarom spreek ik tot uw verstand, als een vreemdelinge tot een vreemdeling.
Niet zoo gauw merkte ze Sörge, of ze liep hem blij te gemoet. Ben ik te laat, Rup? Hij schudde vriendelijk zijn hoofd, bood haar zijn arm. Ze stapten zwierig, lichtelijk nevenseen, de trappen af. Ofschoon Takker reeds de voorpoort geopend had en men daar de paarden hoorde kloeven, leidde Sörge zijne vrouw in het klein salon en, verrukt achteruitwijkend: Wat zijt ge schoon! sprak hij.
Ik moet denkelijk naar Weenen, waar het bestuur over vaderlijke goederen mijn aanwezigheid vergt .... voor een tijdje .... Het moet een zware rit worden en ik houd er daarom niet aan dat ge medegaat. Dat is een akelig nieuws, Rup. Kom! .... Ik heb ook plannen .... plannen van een anderen aard .... maar dat is te lang om uit te leggen en vervelend ook.
Hij kuste haar lang. Hare oogen bleven onder zijne vredige blikken gesloten. Ze ontwaakte als uit een goeden droom. Ze lispelde: Rup, lieve, lieve .... Ze zag in den nevel van de hare, zijne zwarte vredige blikken. Ze schrok en stiet hem achteruit. Hij was vóor haar, uit de bedwelming van tranen en geuren, opgerezen met de bloote werkelijkheid van zijnen vredigen blik.
De onmiddellijke nabijheid van die vrouw stichtte eene troebele vreugd in haar. Zoo jeukt soms eene oude wonde, zoo brengt zij eene zinnelijke blijdschap tot in het hart van den zieke. Francine's haat was oud. Hij leefde sinds Rupert hare ziel had getaakt. Rup, zullen wij nog lang hier blijven? Zij was niet ongeduldig.
Het huis, waar in zoo wijde stilte Vere gestorven was, galmde nu akelig met wilde geluiden. Simon nam Francine op. Rup! gilde ze en ze wierp haar hoofd achterover. Maar plots lag ze machteloos in Simon's armen. Ze werd op de sofa geleid en men omringde haar. Het was, alsof de rijke salonkamer verwoest was.
Eens dat zij met hem dineerde in het priëeltje van eene Tervurensche restauratie: Nieuws, Rup, zeide zij; ik heb mij een paar vriendinnetjes gemaakt. Zoo. Ge kunt me voorstellen. Als ze nu heel vertrouwbaar waren .... Pardon. Laat dan maar zijn. Ze sprak er niet verder meer over.
Hij wilde niet dat ze de groote zwakheid van dien avond wekte, hij wilde niet weten dat hij in overspanning gevallen was. Hij hernam, zachter: Gij waart dien avond heel verre van mij, herinner me daar niet aan. Ze vestigde hare groote groene oogen op hem. Ze had, door alle listen en ervaringen waar hij haar geleid had, den heerlijken schijn der onschuld in haren blik bewaard. Vergeef me, Rup!
Nu kuste Milly hem gulzig, gebaarde dat er niets gebeurd was en, al vorderende, verwonderde zich dat hij niet weten wilde wat haar overvallen had. Toen vroeg ze: Zijt ge niet bezorgd om mij, Rup? Ik heb geen andere zorgen dan om onzentwil, om ons beiden, en de gansche wereld is ons. Ja .... deed ze aarzelend, maar vreest ge nooit dat ik u minder mocht liefhebben? Neen.
Hij zal de eerste niet zijn, die zich om mij gelegen liet en naar de deur werd verwezen. Ik vrees hem .... uitzonderlijk. Ik wou het gaarne hopen, Rup, maar ik kan niet. De waarheid is dat gij andere belangen hebt, en welke andere zijn er, die dan geen betrekking hebben op Verlat's zuster? Gij hoort het nu, en gij kunt mij niet ompraten. Verzin niets meer. Laat mij onbedrogen deze plaats verlaten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek