Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 mei 2025
Ze bedwong zich echter, zweeg in ingetogen blijdschap, schikte, terwijl Rupert met Takker onderhandelde, een tuil van vroege rozen, die week en ziekelijk over de vergulden randen van een Venetiaanschen beker hing. Ze leidde Rupert in het groote salon der eerste verdieping. Daar hij weigerde te dineeren, praamde zij hem zoo lang, tot hij erin toestemde met haar een kleinen lunch te deelen.
Donaat en Cordule kwamen met Sabine uitgeleide doen tot op den drempel en sloten de deur niet vóor Francine en Sörge te paard waren gestegen. Francine lachte hen toe, zag hunne oogjes in de deurreet wegschaduwen en, eer Takker de teugels losliet, de dikke gordijnen achter de vensterruiten nederkomen. Wild joeg ze haar paard vooruit. Ze reden goed door, zwijgend als in den beginne.
Draafden ze te paard door stille dennewouden, wilden ze dan op een mostapijt ergens gaan neerzitten of te voet een heuvel opklimmen, waar tenden een schaterende bloementrossel de kinderlijke begeerte van Francine had opgewekt, laat maar de teugels schieten daar joept Takker van achter een struik te voorschijn en zal de paarden houden.
Lage zetels vlijden, in het schoone licht, hunne glimmende leuningen en 't oude goud van bestreelde borduurbloemen. Rupert schoof ze rond het vuur en ontlastte de dames van hunne zware mantels. Hoe kwam Takker hier? Hij stond in het deurgat en nam de mantels aan. Men bracht een flesch oude porto. Het gesprek moest weer uit diepten van ongemak worden opgehaald.
Niet zoo gauw had Rupert Sörge mijnheer du Bessy doorgezonden, of hij liep naar zijn leeskamer, schreef in haast enkele brieven en schelde Takker, die ze allen langs den vlugsten weg bezorgen moest. Mijnheer du Bessy kwam vanwege den dokter om mevrouw Sörge, door bemiddeling van haar echtgenoot, te melden dat mevrouw Verlat uiterst slecht was en haar gaarne wilde zien.
Niet zoo gauw merkte ze Sörge, of ze liep hem blij te gemoet. Ben ik te laat, Rup? Hij schudde vriendelijk zijn hoofd, bood haar zijn arm. Ze stapten zwierig, lichtelijk nevenseen, de trappen af. Ofschoon Takker reeds de voorpoort geopend had en men daar de paarden hoorde kloeven, leidde Sörge zijne vrouw in het klein salon en, verrukt achteruitwijkend: Wat zijt ge schoon! sprak hij.
Hij zette de doos op een stoel en ging Rupert Sörge, die vóor het open vuur zich te warmen stond, van zijnen pelsmantel ontlasten. Zijn de bloemen bezorgd? vroeg hem Sörge in eene vreemde hard-luidende taal, en, nadat Takker al mompelend ja knikte: Wat is dat pak ginds? Takker bracht hem de schoon-gesnoerde doos en de faktuur welke onder de strikjes vastzat.
Sörge vatte Pacôme bij de schouders, duwde hem naar voren, de deur uit, waar Takker met handige ruwheid den "peintre
Het was een mirakel van gevoeligheid. Dit aapje kwam uit Takker's vaderland. Al jaren bezat Sörge het, zoovele jaren als hij Takker bezat, en dat was vóor vaders dood.
Hare hand rustte nog in Rupert's hand. Zijne vingeren speelden om een ovale turkoois die binnen een diamanten ring op haren duim lag. Hij bleef een tijdje zwijgend zitten en hoorde daarbinst een harden regen en een vlugge onweersbui tegen de ramen slaan. Toen schelde hij en zeide aan Takker dat men een rijtuig zou inspannen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek