Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 juli 2025


Dan komt de eigenlijke huifmuts, van tule, en hierop wordt de groote tuil bloemen en linten gelegd, dien men de poffer noemt; de geheele dracht is zeer kostbaar. Daarnaast heeft men nog een groote zwarte muts.

Hij koos eindelijk, in den zeer kunstigen winkel van Isa Backers, beneden den Treurenberg, eene wonderlijke garve bloeiende zwaardbloemen, toegebusseld in een tuil roode anjelieren en vastgesnoerd in een keten van zeldzame klokjes, purpergetint, welke boven hun vredig violet de schelle kleurlusten van de wildruikende schoof verheerlijkten.

"Ik wil 't wel élleke dag voor je doen," sprak zij na een poos, en hurkend op de knieën, den fletsen japon als 'n tuil om den buik, keek ze 'm aan eerder fel dan verlegen. Zóo stiet ze hem af.

Ze bewonderde kinderlijk den tuil. Ja, knikte Vere, verheugd dat Francine haar ongeluk bij een trossel rozen vergat; en weer heel mooie bloemen .... en weer van mijnheer Sörge ook. Ik dank hem zeer. Ze vroeg om er een te houden in hare handen. Ze raakte de killige blaadjes en liet den geur lang opgaan in haar hoofd.

De schuchtere vlammetjes waren eene geruststelling, toen zij 't kruid van den dorren tuil likten. De bliksemstralen liepen rondom 't huis, alsof zij er door heen voeren. Het vuur verdween niet van de vensters. En met ijzeren hamers mokerden de donderslagen. Luid-op bad vrouw Jansen den rozenkrans.

In de stad 's-Hertogenbosch ziet men slechts de zoogenaamde Bossche dienstbodenmuts, die van zeer eenvoudige constructie is, van voren drie rijen plooitjes boven het voorhoofd heeft, en met een lange band en strik onder de kin vastgemaakt wordt. Die tot een dikke massa saam-gebrachte plooitjes boven het voorhoofd heet "de tuil".

Het mannenvolk kwam te voet achteraan. Het huifkarreke was van binnen in de gele klaarte een tuil van overschoonste koleuren. De vrouwen hadden al hun zwaar goud aangedaan en de oudste droegen fijne kanten mutsen, met een stroohoed over, waarrond een bleektonig lint stijf neerhing. Ze hadden zijden pompadouren châles om, waarbij er vuurroode waren, purpele en kreem-witte met wijnroode bloemen in.

Ze bedwong zich echter, zweeg in ingetogen blijdschap, schikte, terwijl Rupert met Takker onderhandelde, een tuil van vroege rozen, die week en ziekelijk over de vergulden randen van een Venetiaanschen beker hing. Ze leidde Rupert in het groote salon der eerste verdieping. Daar hij weigerde te dineeren, praamde zij hem zoo lang, tot hij erin toestemde met haar een kleinen lunch te deelen.

Bloemen waren overal rond haar, tulpen en leeljen in waaiervormigen tuil opgroeiend uit een groote zilveren vaas, rozenranken langs het raam van 't venster, en een karmijnen koningskroon in een blauwen, familiairen tabakspot.... Aan den eenen kant zat de ijverige eekhoorn, aan den anderen de dubbende ekster; maar het sijsje was er niet.

Hij moest de geweldige klanken rood betasten en bestreelen, en hij sloeg zijn handen in de bloemen, rukte een tuil uit, dien hij in de lucht zwierde al roepend: "Koleuren, koleuren is alles in alles!" Hij ging voort, en wilde de begijnenbosschen in, de eeuwige begijnenbosschen, die zijn als een zee, met ook hun eeuwig lied van vogelen of van wind, en ook gevuld met allerhand gediert.

Woord Van De Dag

staande

Anderen Op Zoek