Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juni 2025
Bloemen waren overal rond haar, tulpen en leeljen in waaiervormigen tuil opgroeiend uit een groote zilveren vaas, rozenranken langs het raam van 't venster, en een karmijnen koningskroon in een blauwen, familiairen tabakspot.... Aan den eenen kant zat de ijverige eekhoorn, aan den anderen de dubbende ekster; maar het sijsje was er niet.
Het verbreidingsgebied van het Sijsje omvat geheel Europa en Azië, zoover deze werelddeelen met bosschen bedekt zijn, noordwaarts strekt het zich uit tot op de breedte van het midden van Noorwegen. In vele van deze landen is het echter slechts als trekvogel bekend.
Het wijfje broedt alleen en wordt gedurende dit bedrijf door het mannetje uit den krop gevoederd; de jongen komen binnen 13 dagen uit. De beide ouders bemoeien zich met de opvoeding der jongen. Het Sijsje heeft van zijne vijanden veel te lijden; zijn argeloosheid en gezelligheid brengen het, wanneer het door menschen of roofdieren belaagd wordt, dikwijls in 't ongeluk.
Zijzelf draaft dan maar zoo in 't volle gezicht weg om de aandacht van den roover van haar kindertjes af te leiden, en op 't laatste oogenblik springt zij de ruigte in, waar de breede arendswieken niet kunnen volgen. Ze is ook volstrekt niet overstuur, maar als 't gevaar geweken is en zij terug komt huppelen, is zij zoo blij als een sijsje en juicht ze als een koningsvogel.
Treedt gij den houten vloer op, gij ziet tegenover u de, u sinds jaren bekende, glad gewreven commode of chiffonnière, rechts en links geflankeerd door een prent in gele lijst, de ramp van Leiden, den watervloed, de historie van den verloren zoon of die der schoone Genoveva voorstellende: op de commode herkent gij de witte kopjes met gouden randen en den ruiker van papieren bloemen: daarvoor, de stoelen met matten zittingen; in den hoek, het sijsje in zijn kooi; rechts, het eikenhouten beschot, van twee boogsgewijze ingerichte toegangen voorzien, op de Oostersche manier met gordijnen afgesloten en tot twee kamertjes geleidende, als de roef eener trekschuit geheel ingenomen door een smalle tafel en een rondloopende bank.
Het Sijsje is argeloos en gemeenzaam, gezellig, vreesachtig, vreedzaam en tot op zekere hoogte lichtzinnig; het bekommert zich althans weldra niet meer om het verlies van zijn vrijheid. Als kamervogel is het zeer aan te bevelen.
"Het Sijsje is," zegt Naumann, "altijd opgewekt, flink en driest; het houdt zijne veeren steeds netjes, hoewel het ze meestal niet tegen het lichaam aanlegt; het beweegt zich vlug in alle richtingen, keert en draait dikwijls het achterlijf van links naar rechts en van boven naar beneden huppelt, stijgt en klimt voortreffelijk, kan met den kop naar onderen aan den top van een heen en weer schommelend takje hangen, langs loodrechte, dunne loten buitengewoon snel op en neer wippen en doet in al deze opzichten niet veel onder voor de Meezen.
Lieven Lazare vreesde hij duchtig, maar had hem meer innig, meer van binnen en uitermate lief. Op een middag kuierde Johan Doxa langs de Papenvest. Hij was zeer droevig want het groene sijsje had hij 's ochtends dood gevonden. Hij drumde tegen de muren en zag langzaam de vierkante straatsteenen onder zijne voeten wegslieren achterwaarts. De stad was blauw en luchtig.
Verschillende soorten van zaden, hoofdzakelijk van boomen, jonge knoppen en bladen, gedurende den broedtijd echter Insecten, vormen het voedsel van het Sijsje.
Eene zilveren Junizon blikkerde op de huisgevels, danste tegen de ruiten, poeierde in de klare ruimte trillend uiteen. Hij dacht weer: "Het groene sijsje is kapot!" Het zeurde aldoor in zijne hersens en hij luisterde binstwijl naar de duidelijke herinnering aan het licht-tikkende vogelgezang.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek