United States or Saint Pierre and Miquelon ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het geheele huis weerklonk van 't blij gerinkel der pannen en kachelringen, en een smakelijke geur voer weldra alom. Donaat had het zeer druk met den keus der wijnen. Cordule bracht het zilveren tafelservies te voorschijn, en het werd den pastoor, in al 't geharrewar, toegestaan te vertrekken op voorwaarde, dat hij, bij de naastwonende bloemiste in allerijl twee groote tuilen rozen zou bestellen.

Ernest had, in den voormiddag, herhaaldelijk aangedrongen om Donaat en Cordule, de ouders van Simon Peter, mede te krijgen. Hij was hierin niet geslaagd, en het speet hem erg. In geen twee jaren had hij zooveel aan Vere gedacht als in de twee laatste dagen. Hij wist niet wat uit te vinden om het feestje aan te dikken. 't Werd eindelijk eene koorts, waaronder hij de andere wilde smoren.

Donaat en Cordule schokten van schrik: dat geweld schudde onvoorzichtig al hunne geheime gepeinzen, en de verwachting die zij uiten dierven. Ze reikten te zaam, bijna smeekend hunne armen. Cordule fluisterde: Zwijg! .... Zwijg! .... ge daagt den Hemel uit! .... En ze blikte zenuwachtig naar het zilveren Kristbeeld, als om zeker te zijn dat het zich aan Sabine's gruwelwoorden niet stoorde.

Geen van beiden dierf opzien. Ze bleven zitten, verbrijzeld, zonder hoop de uiterste kastijding afwachtend. De angst vleugelde langs de muren. Ze voelden den waaitocht van die schrikkelijke wieken en ze keken niet op. En de tijd voer verder in holten van stilte. Toen weerstond Cordule niet meer aan haar zielewee.

Dan moest pastoor Doening maken dat hijzelf wegkwam, want Simon had het zoo gevraagd. Hij wil alleen met u beiden dineeren en den avond ombrengen. Dineeren! riep Cordule. Aan dineeren had niemand gedacht. Wie zou op zulke dagen ook aan zoo iets denken?

Hij deed zijn best om lichtelijk en opgeruimd de rooktuiltjes van zijne sigaar in de lauwe kamerruimte uit te zetten. Hij stak zijn hoofd op. Och ja! och ja! zuchtte Cordule, en ze lachte met een groot medelijden dat, zoo plots, een trossel tranen over hare oogen joeg. Ze begonnen nu te tateren, gaven malkander moed en vertrouwen, stilden met wederzijds bedrog hun vrees, die niet te stillen was.

Hij zag Donaat's handen beven en de vuisten van Cordule dicht tegeneen. Hij nam seffens een luchtigen toon, verhief zijn stem, beproefde eene voorzichtige blijdschap. Hewel! Hewel! vroeg hij vroolijk, heb ik het u niet gezegd? .... heb ik 't niet schoon voorspeld? .. Ze kropen recht. Ze dronken de blijdschap van zijn aangezicht.

't Was nog nooit gebeurd. Ze zong met een roeiersstem het lied van den Groenen Jager en ze behaalde een welverdienden bijval. Donaat gichelde dat de tranen hem in de oogen stonden en Cordule klapte in hare dikke handjes. Hiermede sloot men het feest. Simon werd tot in zijne kamer geleid.

Zij zag Donaat's hand bibberend uit de zwarte mouw van zijn jas reiken naar een stoel en dezen naderschuiven bij Sörge. Zij zag de wankelende Cordule hare twee korte, dikke armpjes gebruiken om een zetel te verschuiven. Naderhand moest Sabine eene flesch madera opdienen en een schaal met beschuiten. Ze deden gevieren bescheid. De oudjes zegden niets, knikten wel, hoestten stillekens.

Ik heb allang gedacht, moedertje, we moesten een phonograaf koopen. Cordule knikte vriendelijk en hare wangen glommen. Ze vond 't heerlijk. Dat doen we, vader, dat doen we! Maar Sabine was van eene tegenovergestelde opinie. Ze hield niet van dat gekrijsch in huis, en ze vond het ook geheel onnoodig. Men kon zich wel aan een gezonder lawaai helpen, Goddank! Wil ik u een liedeken zingen?