Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 mei 2025
Als ze erover uitgepraat was, had ze de schijnbare rustigheid van iemand die meent, al is hij 't nooit zeker, dat men hem niets meer verwijten kan. De oude heer Peter en zijne vrouw kwamen arm aan arm binnen. Ze waren allebei klein, Donaat mager en gebogen, Cordule lijvig en thoopegezakt.
Dan een stil gejubel daarbinnen, een blijde sprong van 't bloed, een teug van licht in het hoofd. Hij is 't! Hij is 't! De deur vliegt open en ja, ja, hij is 't; hij is 't waarlijk! .... Na een breeden vloed van liefde, konnen Donaat en Cordule hem aankijken. Ze deden het geheimzinnig, een sluw onderzoek aanleggend, traagzaam en zeker.
En hij was zeer trotsch op Sabine. Cordule knikkebolde maar, en ze moest zelf de druiven in een frisch water doopen eer ze toestond dat Simon ze opnam. De avond ook was lief en gezellig. Simon was even vroolijk, lachte en praatte zonder ophouden. De oudjes werden moe van zaligheid. Eens, na een ongewoon oogenblik van stilte, vroeg Donaat.
Eene hevige aandoening schoot als een schicht door de kamer. Donaat liet zijne sigaar vallen, vatte onwillekeurig de sporten van zijn zetel. Cordule zakte. Thoop en traag slierde een strenge borduurzijde, haperend over hare wollen rokken, op den grond. Uit zijn donkeren hoek had het hooge kasthorloge zijn schedel doen kraken en smeet nu, regelmatig, twaalf klare tongslagen uit. Twaalf!
Zij dachten niet daaraan en zij wisten niet dat Simon er aan kon denken. Ze hadden een zoeten, geleidelijken ouderdom. Dan, plots, was dat ongeluk gekomen de zoon van tusschen hen weggerukt! 't Zou een slag zijn zonder genade. Donaat kromde lager naar den grond en Cordule zonk dieper ineen. Ze begrepen niet de beteekenis van wat men een politieke misdaad noemde.
En hij had een groote gedachte, die woelde in zijn hoofd, dat alle kleine gedachtjes wegdrong, gelijk een dwingeland. Cordule, niet verre van hem, borduurde. Hare korte handjes betastten en overstreelden het luie borduurwerk. De naald was zonder draad.
Hij blikte zijwaarts naar Cordule, die rood stond en sprakeloos. Hij blikte naar de rolling van tranen die éen vóor éen over hare wangen wippelden, en naar de hoop die onder de tranen scheen. Hij knikte toen, zwijgend, kuchend, hevig bewogen. Ik ben zeer gelukkig, zei Francine nauwelijks hoorbaar, zeer gelukkig .... dat ik u dit geluk brengen kan.
Cordule huiverde, vond ineens eene groote kracht en gebood streng: Sabine! Sabine! Sabine zweeg, kwam het vuur in den haard oppoken en maakte daarbij een toornig lawaai. Dan begon ze binnensmonds te mompelen, drilde ongedurig van 't eene meubel naar 't ander de kamer rond, verroerde 't een en ander redeloos en, wegloopend, trok tamelijk hard de deur dicht op hare hielen.
Iedermaal huiverde ze na een tijdje, keek, als iemand die men op kwade inzichten betrapt, schielijk om naar den ouden Peter, zag, in een groote liefde, hoe de oude Peter zelf daar bezig zat. Vader, zei ze stil, zou-je geen kopje koffie .... ? Hij glimlachte dwaas, sprak niet, schudde zijn hoofd. Dan stond Cordule recht en nam een fosfoordoosje.
Ze waren tamelijk gegoed, leefden stil, vergaarden, op 't einde van elk jaar, het spaarpotje van den man en het spaarpotje van de gade, want Donaat bestierde zijne renten met geslepen vooruitzicht en Cordule regelde hare keuken met huishoudelijke zuinigheid. 't Zou al geld zijn voor hun zoon. Ze waren gelukkig.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek