Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 juni 2025


Het schuitjen, van onder niet zeer spits toeloopende, stond op eene stelling daar toe gemaakt, en was met den voorraad bevracht. Ik bevond my daarin met mijn medeluchtreiziger, en bestierde het vullen, waar van ik de materialen om my had.

De zendeling werd bisschop, en dit was het begin van de macht der geestelijkheid in dit land; het gezag der bisschoppen werd zoo groot, dat zij in de elfde eeuw over de stad een onbeperkt gezag uitoefenden en den naam van heeren droegen, rechtstreeks onder den hertog geplaatst, met een staf, die zoowel in het tijdelijke als in het eeuwige alles bestierde.

Ieder nieuweling die de kroeg binnentrad en vrouw Thénardier zag, zeide: zij is de meester in huis. Vergissing. Zij was zelfs de meesteres niet. De meester en de meesteres was de man. Zij handelde, hij schiep. Hij bestierde alles met een soort van onzichtbare, voortdurende magnetische werking. Een woord, soms een wenk was voor hem voldoende, en de mastodonte gehoorzaamde.

Onderweg zagen zij overal dezelfde bedrijvigheid: hier metselde men, daar timmerde men, verder droeg men steenen op waltorens en op vestingmuren . Bij de Smedepoort ontmoetten zij Robrecht Sneloghe, die daar den arbeid van zijne zestig Ravenschootsche Kerels bestierde.

Ook Wessels was zijn pachter, en sedert vele jaren was de oude man gewoon ook toen zijn zoon de plaats bestierde, om de pachtgelden bij den altijd minzamen heer te brengen.

't Was alsof zij, behalve het geluk waarover zij sprak, nog een heele wereld van gelukzaligheid te wachten had. Dezen avond voelde ze, dat een wijze voorzienigheid haar lot bestierde. Zij begreep, dat Gaetano's gevangenneming Gods werk was om hem terug te voeren tot zijn oud geloof.

Zoodra Barine's ongelukkig huwelijk met Philostratus ontbonden was, had zij weder haar intrek genomen bij haar moeder, die de huishouding bestierde. Ook deze stamde van een geleerde familie af, en was opgegroeid met een broeder, die naam gemaakt had als philosoof, en de studiën van den jongen Octavianus had geleid.

Doe deed de Bisschop hen zweeren, van nooit meer tegen de Utrechtsche Stoel te zullen opstaan. Dus bestierde hy dit alles ten voordeele zyner broederen geevende aan den eenen, Leffert genaamt, het Burggraafschap van Groningen, en aan den anderen, Ludolf geheeten, het Kasteleinschap van Koeverden: waar uit naderhand groote onheilen zyn ontstaan .

Zij was nooit slecht geweest, hetgeen betrekkelijk goed is; bovendien slijt de ouderdom de hoeken, en had de tijd haar week gemaakt. Zij had een sombere treurigheid, waarvan zij de oorzaak niet wist. In geheel haar persoon uitte zich de verbazing over een geëindigd leven, dat geen begin heeft gekend. Zij bestierde de huishouding van haar vader.

Ik dacht dat ik tusschen de vreeselijke kaken van een monster zat, die onweerstaanbaar tot elkander naderden. Op dat oogenblik kwam de kapitein, die het werk bestierde, doch zelf ook meewerkte, langs mij heen; ik stiet hem aan den arm en wees hem op de muren onzer gevangenis. Aan stuurboordzijde was de muur tot op vier meter van den Nautilus genaderd.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek