Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 juni 2025
Donaat en Cordule schokten van schrik: dat geweld schudde onvoorzichtig al hunne geheime gepeinzen, en de verwachting die zij uiten dierven. Ze reikten te zaam, bijna smeekend hunne armen. Cordule fluisterde: Zwijg! .... Zwijg! .... ge daagt den Hemel uit! .... En ze blikte zenuwachtig naar het zilveren Kristbeeld, als om zeker te zijn dat het zich aan Sabine's gruwelwoorden niet stoorde.
En hij was zeer trotsch op Sabine. Cordule knikkebolde maar, en ze moest zelf de druiven in een frisch water doopen eer ze toestond dat Simon ze opnam. De avond ook was lief en gezellig. Simon was even vroolijk, lachte en praatte zonder ophouden. De oudjes werden moe van zaligheid. Eens, na een ongewoon oogenblik van stilte, vroeg Donaat.
Pastoor Doening vertelde dat mijnheer Sörge voor de toelating gezorgd had, en dat hij er nog een zou bekomen voor Donaat en Cordule, de ouders van Simon. Het trof Simon zeer dat hij dit geluk aan Sörge te danken had. Hij keek Francine aan.
Eene hevige aandoening schoot als een schicht door de kamer. Donaat liet zijne sigaar vallen, vatte onwillekeurig de sporten van zijn zetel. Cordule zakte. Thoop en traag slierde een strenge borduurzijde, haperend over hare wollen rokken, op den grond. Uit zijn donkeren hoek had het hooge kasthorloge zijn schedel doen kraken en smeet nu, regelmatig, twaalf klare tongslagen uit. Twaalf!
Ernest had, in den voormiddag, herhaaldelijk aangedrongen om Donaat en Cordule, de ouders van Simon Peter, mede te krijgen. Hij was hierin niet geslaagd, en het speet hem erg. In geen twee jaren had hij zooveel aan Vere gedacht als in de twee laatste dagen. Hij wist niet wat uit te vinden om het feestje aan te dikken. 't Werd eindelijk eene koorts, waaronder hij de andere wilde smoren.
Ze waren tamelijk gegoed, leefden stil, vergaarden, op 't einde van elk jaar, het spaarpotje van den man en het spaarpotje van de gade, want Donaat bestierde zijne renten met geslepen vooruitzicht en Cordule regelde hare keuken met huishoudelijke zuinigheid. 't Zou al geld zijn voor hun zoon. Ze waren gelukkig.
Donaat en Cordule kwamen met Sabine uitgeleide doen tot op den drempel en sloten de deur niet vóor Francine en Sörge te paard waren gestegen. Francine lachte hen toe, zag hunne oogjes in de deurreet wegschaduwen en, eer Takker de teugels losliet, de dikke gordijnen achter de vensterruiten nederkomen. Wild joeg ze haar paard vooruit. Ze reden goed door, zwijgend als in den beginne.
Als ze erover uitgepraat was, had ze de schijnbare rustigheid van iemand die meent, al is hij 't nooit zeker, dat men hem niets meer verwijten kan. De oude heer Peter en zijne vrouw kwamen arm aan arm binnen. Ze waren allebei klein, Donaat mager en gebogen, Cordule lijvig en thoopegezakt.
Zij dachten niet daaraan en zij wisten niet dat Simon er aan kon denken. Ze hadden een zoeten, geleidelijken ouderdom. Dan, plots, was dat ongeluk gekomen de zoon van tusschen hen weggerukt! 't Zou een slag zijn zonder genade. Donaat kromde lager naar den grond en Cordule zonk dieper ineen. Ze begrepen niet de beteekenis van wat men een politieke misdaad noemde.
Donaat glimlachte enkellijk, zeer ontroerd, hakkelend: Hee! Hee! dwaas jong .... wat zijn dat voor manieren? .... Maar Sabine plantte hare vuisten in hare kloeke heupen. Ze viel uit in luide drift: Uitdagen! Uitdagen! Gijlie, ja, daagt den Hemel uit. Gij zegt tot den Hemel: "wij hebben geen vertrouwen in u." Dat zegt ge!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek