Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 mei 2025
Toen schelde hij. Takker verscheen. Hij sprak Takker in zijne hotsende tale aan, zond hem toen weer weg en had, nadien, een lachje voor mijnheer Florjan. Mijnheer Florjan had zich aan eene andere houding verwacht. Hij hoestte om, eenerzijds, zichzelf van zijne gewichtige tegenwoordigheid te verzekeren, en wijders de verwarring te bergen, waarin hij aan het zinken was.
Rupert wist alles zoo te regelen dat het wel op een sprookje geleek, en Francine beleefde 't in een droom. Ze hadden Takker en Mariëtte medegenomen, en Mariëtte was haast van overbodigen dienst, want Takker had op alle uren van den dag tien koppen, twintig handen en eene honderdvoudige dienstvaardigheid.
Ik wil u gunnen, zei hij, ú alleen, het laatste uur dat ik in Brussel verblijf. Mag ik Takker laten roepen, die mij in den coupé wacht? Ik wil, van hier uit, direkt naar het station. Het lag op Milly's lippen om te vragen waar hij dan zijn vrouw zou halen.
Tot Takker op een zilveren schaal het broze theegerief opdiende, bleef Rupert Sörge vóor het roode vuur staan, roerde koortsig de tipjes van zijne schoenen in de haren van het geitevel, dat langs de koperen roeden van den haard uitlag. Takker zette de theeschaal op het glimmend berd van de tafel, keek vragend op naar zijn meester en, op een kleinen wenk, vertrok.
Florjan Pacôme dacht niets ten minste dacht hij aan zoo veel dingen te gelijk, dat zij hem waarlijk door hun geharrewar belett'en aan een enkel onder hen te denken. Hij zag den bronzen knecht weer verschijnen op den drempel. Sörge zei nog: Takker, dien gij daar ziet, zal u eene aangenaam gezelschap zijn. Wees zoo goed en volg hem .... toe!
Geizan, de witte kat, hief rap haar kopje op, en Sörge, die half voorover boog, al duwend op een electrisch knopje, deed den wijden kroonluchter lichterlaaie schieten. Takker bracht de tijding dat Milly d'Orval wachtte in het klein salon, naast de eetzaal. Rupert vond haar daar in een donker gewaad en trillend van ingetogen woede.
Hij deed even, langs de Lakenstraat, een omweg, en kwam op het stille Begijnhof, waar, in een wit effen huis, pastoor Pezza woonde. Hij was te wege den schelknop te vatten en wilde weten hoe het oproer was afgeloopen, wanneer hij, vlak vóor het huis, aan den overkant, een man op een drempelsteen zag zitten. Hij herkende seffens Takker, keerde zich schielijk om en liep Pezza's deur voorbij.
Milly, sprak hij als de gordijn van het salon op den rug van Takker was neergevallen, ge loopt met uwe redeneeringen op hol, en met uwe gevolgtrekkingen niet minder. Ik heb immers geen belang in het feit dat ik u bedriegen zou. Als ik u bedriegen wil, als ik u wil afschepen, is dit een zeker teeken dat ik u niet meer liefheb.
Hij tuurde strak vóor zich uit, wijd-droomend en wie weet ooit het zonnig beeld dat daar, in dat afschuwelijk hoofd, kwam opklaren? De rammeling van een rijtuig op straat deed Takker schrikken. Hij sprong recht en begon in haaste alles weer behoorlijk te leggen en te schikken. Hij snoerde de strikjes vast, blies op het gladde deksel een onzichtbaar stof weg en wachtte.
Hij had zich met groote zorgzaamheid aangekleed en schikte thans nog een roségouden dasje, dat heerlijk boven zijn groengestikt vest kleurde. Hij was lui werkzaam, ging traag naar de hooge spiegelkas, spande nauwkeurig de vesten van zijne broek. Hij stak eene sigaret aan, die hij, dadelijk daarop, in een bronzen aschschelpje liet doodsmeulen. Takker trad binnen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek