Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 juli 2025


In vollen ren door onze prachtige paarden voortgesleept, vliegt het rijtuig, hotsende en springende, over steenen en rotsklompen, nu en dan tegen de uitspringende rotsen geslingerd; versuft, half bedwelmd, komen wij eindelijk aan de boorden der rivier, wier wateren door het smelten der sneeuw belangrijk gewassen zijn.

»Hoeveel hazen ik verleden jaar geschoten heb," verhaalde Matifat, terwijl de hotsende postwagen de reis naar Hérissart voortzette, »ja, hoeveel hazen ik geschoten heb, is niet te tellen!" »Kijk, dat is net als ik!" dacht ik. »En ik dan, Matifat!" antwoordde Pontcloué. »Herinnert ge u den laatsten keer nog wel, dat wij te samen in de nabijheid van Argoeuves zijn gaan jagen?

Francine jammerde: Rupert is weg! .... Hij heeft geschreven dat hij voor altijd weg was .... O, Ernest, kom bij me! .. O, hij is weg met haar, met haar! .... O, ik ben bang.. Vere! Vere! .... O! wat moeten wij nu doen! .... En Vere, die .... die .... Door eigen verdriet vertroebeld, verstond haast niemand wat zij in hotsende roepen uitschreide.

Toen schelde hij. Takker verscheen. Hij sprak Takker in zijne hotsende tale aan, zond hem toen weer weg en had, nadien, een lachje voor mijnheer Florjan. Mijnheer Florjan had zich aan eene andere houding verwacht. Hij hoestte om, eenerzijds, zichzelf van zijne gewichtige tegenwoordigheid te verzekeren, en wijders de verwarring te bergen, waarin hij aan het zinken was.

Ze hadden onderweg een ongeluk gehad; 't rijtuig brak zijn vooras en de reis werd in hotsende karretjes voortgezet. Benijdenswaardige man! Hij kan overal rust vinden, als hij die noodig heeft; in een hotsend karretje slaapt hij even heerlijk als op 't zachtste veerenbed.

Door een onbekenden X is een gedicht op de Weerter rogstekers geschreven. Hieraan is 't volgende ontleend: Te Weert had nog niemand de peluw verlaten, Toen knakkend de kar ging de straat op en neer, De hoef van de paarden reeds klonk door de straten. Ineens ploft de rog uit de hotsende kar. En ligt als een ongedierte achter den wagen.

Huizen aan huizen, straten aan straten, onbeweeglijk, ernstig, enorm, als een oude, altijd weer verder uitgegraven kolenmijn stond de stad om het menschen-beweeg, om die somberheid der eeuwige onrust, dat altijd elkaar tegemoet en voorbij gehaast der bevolking, hun sjouwen en douwen, hun hotsende karren, hun kijvende honden, hun afgejakkerde knollen van paarden.

De oude vrouw werd vervolgens in den wagen geholpen en naast haar geplaatst; George en Jim zetten zich op de harde bank in het midden en Phineas klom voorop. "Vaartwel, mijne vrienden," riep Simeon van buiten. "God zegene u!" was het antwoord van binnen. En de wagen reed voort, ratelende en hotsende over den bevroren weg.

Het was inmiddels avond geworden; de indiaansche hutten, in de duisternis verloren, waren nog maar alleen kenbaar aan het wegstervende schijnsel van de niet langer onderhouden wordende vuren; de omtrekken der pyramiden teekenden zich in zwarte massa's tegen den donker blauwen hemel; overal heerschte een doodelijke stilte, alleen afgebroken door het knarsen en kraken van het hotsende en stootende rijtuig.

Men had nog niet begrepen, welke kuischheid, uitnemendheid en betamelijkheid er in gelegen zijn, zijn hemel in een hotsende postchais mede te nemen, aan zijn geheim het zweepgeklap te paren, een herbergsbed tot bruidsbed te nemen, en in een voor ieder toegankelijke slaapkamer tegen zooveel per nacht de heiligste herinnering des levens, aan het geheimzinnig gebabbel van den postwagenconducteur en de dienstmeid der herberg achter te laten.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek