Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 oktober 2025
"Lacht zooveel gij wilt, mijne Heeren!" zeide vader Volkert: "zooals zij dan wezen moge, ruil ik mijne waardigheid tegen geene andere: want in Sint-Odulf heerscht rust en vrede, 't geen men niet van alle conventen zeggen kan: en ik ben meer heer in mijn klooster dan Jan van Arkel in zijn Bisdom, waar hij van verdriet is uitgeloopen." "Kent gij den Bisschop van Utrecht?" vroeg Beaumont.
»De geneesheeren Diamant van den Hoek, Ten Kate en Van Arkel uit 's-Gravenzande en Tiebout uit Maassluis verleenen assistentie, doch schoon bij enkelen nog gepoogd is de levensgeesten op te wekken, bij geen der aangespoelden is dit gelukt. »Reeds zijn herkend de heer A. Kruger, verbonden aan de rijschool te 's-Gravenhage; L. H. Lamotte, woonplaats onbekend; Woods, een stoker; mrs.
Men vergeve ons deze uitweiding, die zeker lang genoeg is om onzen dischgenooten de gelegenheid te hebben gegeven hun maal te eindigen; na welks afloop Arkel eensklaps een verhandeling over de onderscheidene kersensoorten afbrak met aan de dienaars last te geven om de wapenrustingen te halen.
Te midden der rechterzijde, tussen Louis de Clermont en de Graaf Jean d'Aumale, zat Godfried van Brabant, die de Fransen vijfhonderd paarden had gebracht . Nevens deze bewonderde men de grote gestalte van de Zeelander Hugo van Arkel, zijn hoofd stak boven de andere ridders uit, en zijn machtig lichaam gaf genoeg te kennen hoe schriklijk zulk een strijder op het slagveld zijn moest.
"Dat zal onnoodig zijn," zeide Arkel, het onrustig gevoel, dat zich van hem, in weerwil zijner hardvochtigheid, meester begon te maken, achter een bitteren lach verbergende: "zoo uw meisjesarm sterk genoeg is om door eiken deuren en ijzeren tralies heen te breken, is het u vergund van hier te gaan. Tot dien tijd zult gij moeten leeren, u aan uw kerker te gewennen."
Het raam was onvoorzien: ik beproefde het: en het gelukte mij boven verwachting." "Ziedaar een kunstgreep, behendiger dan die van meester Barbanera." "Van hem gesproken, hoe komt die gelukzoeker aan uwe kennis en aan uw vertrouwen?" "Oho!" zeide Arkel: "mijn nieuwe meester begint zijn gezag al uit te oefenen; maar ik zie geene redenen om niet aan uwe nieuwsgierigheid te voldoen.
Hij stapte echter naar hem toe, en vroeg, wat er gaande was. Maar het was niet gemakkelijk, terstond een duidelijk antwoord op deze vraag te bekomen. "Kan mij nu iemand verhalen," vroeg Arkel, "wat aanleiding gegeven heeft tot dit onhebbelijk rumoer?" "Deze knapen wilden mij niet binnenlaten," zeide de hansworst: "ofschoon ik een boodschap voor uwe Edelheid heb."
Eindelijk hield hij voor den wapenkoning stil, en met eene luide stem, die door iedereen gehoord werd, riep hij: "Ik, Hendrik, Heer van Vianen, bijgenaamd de Onoverwinnelijke, daag elken ridder, wie hij ook zijn moge, ten strijde, ter eere van Jonkvrouw Bertha van Arkel, de schoone Bruid!"
Madzy bereed het paard, waarop Arkel bij zijn vertrek van Nyenstein gezeten was geweest: en weinig dacht zij, dat de vos, die een zoo zachte en gelijke beweging had, eens het eigendom geweest was van dien ongelukkigen Deodaat, wiens beeld al de vreemde voorvallen, die zij ondergaan had, nog geenszins uit haar geest hadden geweerd.
"Ik heb u wat laten wachten," zei de Arkel, op dien hoffelijken maar koelen toon, waartegen alle toorn af komt stuiten, evenals een afgeschoten pijl over de oppervlakte van het ijs heenglijdt: "vergeef mij: ik heb veel en zwaar werk bij de hand gehad. Op den weg zal ik u alles verhalen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek