Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 mei 2025


"Zoo! en uw naam....?" "Was tot nog toe Rinaldo van Verona: welhaast hoop ik er een anderen te voeren." "Inderdaad! en gij wilt dienst nemen bij de Stichtschen?" "Misschien! dat zal van de voorwaarden afhangen."

Vervuld van schrik had hij geene uitkomst geweten als in de vlucht, en ten einde spoediger weg te komen, had hij de paarden der Ridders losgemaakt, en een daarvan bestijgende, was hij met de twee naar Leiden gedraafd, waar hij ze een paar dagen later aan den Ridder van den Rooden Arend verkocht had, die, van hem vernemende dat hij dienst zocht bij de Stichtschen, hem met een aanbeveling aan Jonker Robbert van Arkel naar Utrecht had gezonden, waar hij aangenomen en met een wederkeerige boodschap naar Plaswijk was gestuurd.

Van zijn inkomen zal ik maar niet spreken; op zijn Stichtschen adel is hij hoovaardiger dan de eerste op zijne rijkdommen.... doch wij zullen Langendijk niet napraten.

Anderen echter leidden dien naamsoorsprong af van de veenen, die in den omtrek gevonden worden; want Plaswijk, hetwelk men thans vergeefs op eenige kaart zou zoeken, daar het in de Hoeksche en Kabeljauwsche twisten grootendeels in assche gelegd en sedert met de naburige gemeenten ineengesmolten is, lag juist op de grensscheiding tusschen de lagere veen- en weilanden van Amstelland en den hoogeren Stichtschen grond.

"Omstandigheden, wier verhaal hier te lang zoude ophouden, hebben mij genoodzaakt, den dienst des Graven te verlaten. Ik wil mij onder de banieren der Stichtschen scharen. Men heeft mij gezegd, dat gij mij daarin zoudt kunnen van dienst zijn." "Ik! wie is de ekster, die dat geklapt heeft?" vroeg Arkel, met eenige drift. "Iemand, die uw vertrouwen schijnt te bezitten, de kokeler Barbanera."

Toen de Hertoginne kort daarna in Holland kwam, herinnerden de Stichtschen Montfoort aan zijne belofte omtrent de vernieling van IJsselsteyn; en werkelijk wist de Burchtgraaf door tusschenkomst van Brederode het daarheen te brengen, dat Jacoba, die nog weinig blik in 's Lands toestand had, aan de willekeurige voorwaarde hare goedkeuring schonk.

Onderhandelingen van de zijde dezer provincie aangevangen, waren vruchteloos, en middelerwijl viel ook het kasteel Jaersvelt, aan de Lec, in handen der Stichtschen. Toen was het geduld van Floris ten einde. Hy vereenigde zijne vaandels met die van Graaf Henric van Nassau, en noodzaakte den vijand, op den 1en Juni 1511, tot het opbreken van 't beleg.

"Ik zal hierop slechts ééne aanmerking maken," zeide de Baron, nadat hij de lezing van het stuk in stilte had volbracht: "gij zijt hier niet in Gelderland, maar op Stichtschen grond: en uw lastbrief heeft hier zijn kracht verloren. Hadt gij onderzoek willen doen, gij hadt u bij den Schout moeten vervoegen, maar geenszins op eigen gezag hier moeten komen."

Ik had spoedig in den neus, dat hij met zijn persoon machtig verlegen was: ik zond hem daarom naar mijn broeder met een brief in cijferschrift, waarin ik meldde: dat ik te Plaswijk antwoord wachtte. Dit bracht mij de knaap gistermiddag. Ondertusschen had hij bij de Stichtschen dienst genomen." "En .... die draagbaar," zeide Reinout: "heeft die u op uwe reizen bestendig gevolgd?"

De Stichtschen leden door dit verlies grooten last, want van nu aan legden Heer Frederics mannen hunne hinderlagen weer onbespied, en maakten zich zoowel van de vijandelijke krijgslieden, als van mond- en krijgsvoorraad meester.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek