United States or Liberia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dit: dit-alleen is straf, dit, lijden voor een' Vader! 'k Aanbid U, God! genâ voor d' eersten plichtversmader! Mijn oudren zondigden; ik trapte in dollen zin My-zelven, U ter spijt, het hart, de ribben in, Ik doodde, in Abels dood, my 't leven van het leven. ô! Zegen thands mijn kroost, en 'k zal, u dankbaar, sneven." Hier zeeg hij spraakloos neêr, in tranen als versmoord.

Zy klaagt, dit oogenblik, aan 't lommer van de boomen Den naam van oudren niet, haar veel te vroeg ontscheurd, En daaglijks, maar haar hart nog nooit genoeg betreurd. Helaas! de onnoozle zucht om andren kommer, wreeder Dan kinderlijke smart om oudren dood, hoe teder!

Men u op uwen steel sagh flaeuwen en beswymen, Die waert des vreyers wensch, der oudren soete hoop. Uw geest gebluscht is en de fackel van uw Hymen, 't Is kostlyck, dat om gout noch tranen is te koop.

Ach, had des Hoogsten gunst u daar toe uitgelezen, Om Heiland van Elpine, en haar Gemaal te wezen!" Ik zweere 't by uw schoon, by mijne onbluschbre vlam: ik voere u 't Eden in, dat Hij uw' oudren nam. Het kroost der Englen zal met dat der stervelingen Niet wriemlen over de aard met eeuwig handenwringen.

Het vlammend zwaard der wraak, en meer, 't besef der schuld, Sloot allen rugkeer af, en 't vonnis werd vervuld, Dat, van dat uur af aan: zijn ongeboren loten Uit Godenheerlijkheid in jammer neêr moest stoten. ô Kroost, rampzalig kroost, dat voor uwe Oudren boet! ô Oudren, die dat kroost uw' wangreep nooit vergoedt! "'t Gedoemde paar vlood heen, van wanhoop ingenomen.

Wy, eerstelingen in des aardrijks eenzame oorden; Wy, zwervers over de aard, bevolkers harer boorden, Door wie haar dorren schoot, met oudren zweet gedrenkt, Het voedsel wierd ontperst, dat zy den stervling schenkt: Wy zuiverden 't gewest van Leeuw- en tijgerklaauwen; Wy veiligden dat erf, waarop zy ons benaauwen; En, felle bastaartteelt uit Kaïns eigen zaad, Verwoesten ze onzen grond, en moorden wie weêrstaat.

Maar toch zwoer ze hem heur trouwe, by den weedom van heur ziel En der zielen van heure oudren, zoo ze van heur trouw verviel!" »Maar dat was voor twalef jaren!" riep zy met gesmoorden kreet: »En hy is van hier verdwenen en vergeten is die eed....." »Maar hy is te rug gekomen!" sprak hy, met een oog vol glans: »En de vondling van 't verleden is Graaf Affaytadi thands!"