United States or Norfolk Island ? Vote for the TOP Country of the Week !


Want ofschoon mevrouw de Boogh zich stijfhoofdig verbeeldde en dat hield ze ook voor niemand verborgen dat zij van allen in huis het moeilijkste leven had, door al wat zij daaglijks had na te gaan, door de honderden kleinigheden van netheid en fatsoen waar ze over denken moest..., het eigenlijke werk placht ze toch heelemaal over te laten aan Annie en de twee meiden.

De Wijsgeer. ô, Dan zult ge hier groote veranderingen daaromtrent gewaar worden; Het spijt mij slegts dat ik thands zo weinig tijd hebbe, om u van alles te onderrichten, alzo ik op den sprong staa om op reis te gaan, en nog eenige beschikkingen daar toe maaken moet. Doch ik zal u kortelijk over 't een en ander voornaam stuk trachten te voldoen, onze geliefdste Studie dan is thands de Wijsbegeerte; maar wij studeeren nu geheel anders dan vóór dertien eeuwen; ô veel gemaklijker; Ik zal u zeggen hoe het in het vak der geleerdheid thands met ons toegaat; maar ga bij mij zitten, en laaten wij te samen onzen morgen drank nuttigen, zo veel tijd moet 'er af. Hij kreeg terstond een kruik voor den dag, waar in hij ons in eenige glasen een' aangenaamen en verfrisschenden drank, voordiende. Toe vriend! zeide hij, drink, het verstrekke ons tot gezondheid en worde gezegend. Dit is een drank dien wij uit verscheide nieuw ontdekte inlandsche planten bereiden, en die tevens een allerheilzaamst en versterkend voedsel te wege brengt; maar om dan voorttegaan: de Latijnsche Taal is heden de algemeene Taal van de meeste geleerden, waarmede wij correspondeeren, geworden; daarin worden alle werken over wetenschappen en kunsten geschreeven; want wij hebben voor eenige Jaaren gezien, dat de mode van elk in zijn Landtaal te schrijven, slegts eene elendige geestverspilling zij; want, wilt ge wel gelooven, dat de Duitschers bijvoorbeeld, die vóór dertien eeuwen zo veele werken in de Wysbegeerte en andere Weetenschappen vervaardigd hebben, thands hunne eigene gewrochten van dien tijd niet meer verstaan; zo zeer is hunne taal, door daaglijks gebruik, veranderd en versleeten. Ik bemerkte ondertusschen niet eens, hoe wonderlijk kan men toch beuselen! dat ik hem, schoon naa zo veele eeuwen, nog zeer gemakkelijk verstond en hij ook mij. Maar, ging hij voort, al wat in de zogenoemde doode taalen overgebleeven is, kan nog door ons verstaan en aangeleerd worden; wijl wij daar onveranderlyke Regels toe hebben, ook kunnen wij, toch maar met moeite, nog eenige onzer Schrijvers van den Jaare 2090

Daaglijks trachtte ze in zich-zelf na te gaan of ze nu eigenlijk verliefd op hem was, of niet.... Ze wou het heel gaarne gelooven, want liefde voor een man echte, groote liefde en dan later voor haar kinderen.... O! daar kon ze haast niet aan denken zoo schitterend licht, zoo stralend van heerlijkheid was dat!... Soms, als ze zich wegdroomde in die illusie, en ze dacht aan hem daarbij, dan voelde ze op-eens een emotie van milde rijkheid in zich zwellen, dan zei ze, geëxtasieerd, in zich-zelf: Ja, ja, hij is 't..., hij heeft mij lief en ik.... Maar als ze dat uit wou spreken: ik heb hem lief, dan was er weer een vreemde twijfel, die de extase neersloeg, iets onvasts, schoorvoetends in haar denken.

Zy klaagt, dit oogenblik, aan 't lommer van de boomen Den naam van oudren niet, haar veel te vroeg ontscheurd, En daaglijks, maar haar hart nog nooit genoeg betreurd. Helaas! de onnoozle zucht om andren kommer, wreeder Dan kinderlijke smart om oudren dood, hoe teder!

Men waardeere dit gewrocht dus niet hooger dan als een spel der inbeelding en vermaake 'er zig mede even als met de Republiek van Plato of de Utopia van den schranderen Morus; doch wil men 'er meer moogelijkheid aanhechten, welaan, ik heb 'er ook niet tegen; want men bevindt daaglijks dat men reden heeft het aêloud spreekwoord te herhaalen: Omnia jam fiunt, fieri quæ posse negabant.

Wel zien we in 't blauwend lichtgebied De zonne daaglijks gloren: Maar 't Heden is het Gistren niet: 't Zijn andre stralen die zij schiet Verloren is verloren! Geen bloemtjen, dat in 't najaar sneeft, Zal lentes wekstem hooren: En schoon de dorre struik herleeft, 't Zijn andre bloemen die zij geeft Verloren is verloren!

Intusschen blijkt uit dit alles de geduchte sterkte van het kasteel, dat, niettegenstaande het daaglijks werd gebeukt en beschoten, met bussteenen geteisterd en met blydesteenen gepletterd, toch zestien weken lang de felle aanvallen weerstond, en een veilige toevlucht bood aan de verdedigers, die van hunne zijde niets onvergolden lieten, maar insgelijks, zoo wel met steenbussen als met klein geschut, hunnen vijanden groot nadeel toebrachten.

Zoo waren soms ook wel de straten, als 't laatst zonne-rood van 'n dakraam verstoven. Dicht bij de school, zachjes opwandlend, ontmoette hij Rebecca, de dochter van Poddy. Zij zagen elkander daaglijks, bij Suikerpeer, bij Reggie, bij den cigaretten-jood zelf, op de nauwe, kreunende trappen.

Snel was het gekomen ... en langzaam, heel langzaam weggegaan.... In den volgenden zomer, toen ze met Marietje die toen veel in de buitenlucht moest daaglijks ging wandelen, was ze zich beter gaan voelen, was 't weer lichter en ruimer in haar hoofd geworden, de dagen niet meer zoo grauw en somber, en dat gevoel waar ze al heelemaal aan gewend geraakt was alsof er altijd iets dreigde, iets gebeuren ging ... had ze op een zonnigen morgen gemist, zooals men plotseling de leegte merkt van iets dat al een tijd lang weg is.... Dit besef was op-zich-zelf niet zonder weemoed, maar toch van een ijle heerlijkheid die haar diep had ontroerd....

Begrijp eens, men gaf eindelijk naauwlijks vier of zes regels op een blad; en al de waarde der boeken bestondt eindelijk daarin, dat zij op het keurigst fijnst papier, en met overschoon gesneden letters, gedrukt waren; want zo zeer was in 't begin der XIXe. eeuw de smaak reeds vervallen, dat men niet vroeg wat nut eenig boek behelsde, maar met wat letter, en op welk papier 't gedrukt ware? ook werden 'er daaglijks in de nieuwspapieren de belagchelijkste advertentiën aangekondigd, verscheide Boekverkoopers schreeuwden in de nieuwspapieren, als kwakzalvers op de markt: Hier moet ge weezen!