Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 juli 2025


Zijne brieven aan Viglius, welke de Antwerpsche Bisschop, de Nelis, heeft laten drukken, en daarna uitgegeven zijn, zijn hoogst belangrijk voor de geschiedenis. In de bibliotheek te Brussel bevinden zich nog een aantal andere oorspronkelijke brieven van hem en Viglius, in hunne landtaal geschreven, bevattende vele zaken, welke zij elkander in 't geheim wilden mededeelen.

De beet had geen gevolgen, en de Schorpioen werd verpletterd en in olij gelegd om bij volgende gelegenheden te dienen; doch naar ik vernam, zijn die dieren hier niet zeer vergiftig. Ik kogt hier eenige tooneelstukken in de landtaal patois of langue provencale, zijnde zamengesteld uit Celtische, Grieksche, Latijnsche, Fransche, Italiaansche, Spaansche en zelfs Hoogduitsche woorden.

Een werkman bond zich een grooten stroohoed van moeder Hucheloup op 't hoofd, uit vrees voor de zonnesteken, zooals hij zeide. De jongelieden der Kalebas van Aix koutten vroolijk met elkander, als haastten zij zich om voor het laatst hun landtaal nog eens te spreken. Joly, die den spiegel van de weduwe Hucheloup van den wand had genomen, bekeek er zijn tong in.

In Duitschland, Holland en elders, spreekt men, vooral in de steden, nog andere talen dan de landtaal; maar in Frankrijk, behalve in het Duitsch en Vlaamsch gedeelte, verstaat men doorgaans niet anders dan Fransch of hier en daar Patois, waar aan de vreemdeling althans niets heeft. De vracht binnen in komt ten naasten bij tegen 30 Fransche stuivers per post uit, somtijds iets meêr.

De Wijsgeer. ô, Dan zult ge hier groote veranderingen daaromtrent gewaar worden; Het spijt mij slegts dat ik thands zo weinig tijd hebbe, om u van alles te onderrichten, alzo ik op den sprong staa om op reis te gaan, en nog eenige beschikkingen daar toe maaken moet. Doch ik zal u kortelijk over 't een en ander voornaam stuk trachten te voldoen, onze geliefdste Studie dan is thands de Wijsbegeerte; maar wij studeeren nu geheel anders dan vóór dertien eeuwen; ô veel gemaklijker; Ik zal u zeggen hoe het in het vak der geleerdheid thands met ons toegaat; maar ga bij mij zitten, en laaten wij te samen onzen morgen drank nuttigen, zo veel tijd moet 'er af. Hij kreeg terstond een kruik voor den dag, waar in hij ons in eenige glasen een' aangenaamen en verfrisschenden drank, voordiende. Toe vriend! zeide hij, drink, het verstrekke ons tot gezondheid en worde gezegend. Dit is een drank dien wij uit verscheide nieuw ontdekte inlandsche planten bereiden, en die tevens een allerheilzaamst en versterkend voedsel te wege brengt; maar om dan voorttegaan: de Latijnsche Taal is heden de algemeene Taal van de meeste geleerden, waarmede wij correspondeeren, geworden; daarin worden alle werken over wetenschappen en kunsten geschreeven; want wij hebben voor eenige Jaaren gezien, dat de mode van elk in zijn Landtaal te schrijven, slegts eene elendige geestverspilling zij; want, wilt ge wel gelooven, dat de Duitschers bijvoorbeeld, die vóór dertien eeuwen zo veele werken in de Wysbegeerte en andere Weetenschappen vervaardigd hebben, thands hunne eigene gewrochten van dien tijd niet meer verstaan; zo zeer is hunne taal, door daaglijks gebruik, veranderd en versleeten. Ik bemerkte ondertusschen niet eens, hoe wonderlijk kan men toch beuselen! dat ik hem, schoon naa zo veele eeuwen, nog zeer gemakkelijk verstond en hij ook mij. Maar, ging hij voort, al wat in de zogenoemde doode taalen overgebleeven is, kan nog door ons verstaan en aangeleerd worden; wijl wij daar onveranderlyke Regels toe hebben, ook kunnen wij, toch maar met moeite, nog eenige onzer Schrijvers van den Jaare 2090

De anders vrij stille haven wordt nu verlevendigd door onze sloepen, die water gaan halen, en door de prauwen der eilanders, die naar het schip roeien. Wij keeren op onze schreden terug, en houden stil voor de inrichting der katholieke missie, waaruit ons in de landtaal liederen tegenklinken, die mij aan onze eigene gewijde kerkliederen denken doen.

En gelijk wij nu dien fieren Frieschen geest wenschen te bewaren, te handhaven en te veredelen, niet om aldus een eigen volksbestaan te herkrijgen of te behouden, eene gedachte, die elk verstandige belagchelijk en verwaand zoude noemen! evenmin om ons door een kwalijk begrepen provincialismus van het gemeene vaderland af te zonderen, en binnen onze enge gewestelijke grenzen in te sluiten, een toeleg, die den waren liefhebber van het vaderland even verderfelijk moet voorkomen, als de daar lijnregt tegen inloopende strekking, om, door wegneming van alle individualiteit, alles te amalgameren, hem tegen de borst is; maar omdat die fiere geest ons krachtig kan helpen tot vermeerdering van ons volksgeluk, daar hij ons onze instellingen leert waardeeren en eerbiedigen, en het goede bewaren, dat nog in en onder ons is; even zoo moet ook de Friesche landtaal, die nog ten huidigen dage onder de plattelandsbewoners eene levende taal is, door ons worden bemind en geëerbiedigd, als een kostelijk overblijfsel, als eene dierbare nalatenschap van dat vrije volk, hetwelk haar eens als volkstaal sprak, met welks aard en zeden zij op het naauwst was verknocht, welks fieren, krachtigen geest en zin zij in forsche, kernachtige klanken uitdrukte.

Toch noemen de drie reizigers de plaats, waar gij ze ontmoet hebt, met dien naam." "Ik heb dien naam nooit gehoord. Maar, wacht eens: in de landtaal beteekent Kazeh koninkrijk; misschien hebben zij de plaats, waar zij bij hunne komst stilhielden, aldus genoemd. Zeker is het, dat ik hen meermalen bezocht heb, en dat de beide huizen, waarin zij toen verblijf hielden, te Tabora stonden.

"Let op!" zeide doctor Ferguson, "wij naderen den Ruhebo, wiens naam in de landtaal 'doortocht der winden' beteekent; wij zullen wel doen zijne scherpe kanten op eene zekere hoogte om te trekken. Als mijne kaart goed is, moeten wij hooger dan 5000 voet stijgen." "Zullen wij dikwijls gelegenheid hebben eene hoogere luchtstreek te bereiken?"

Eindelijk, omstreeks drie uur in den namiddag, kwamen zij terug, schijnbaar zeer opgewonden. "Welnu, Pieter, wat zeggen zij er van? vroegen wij aan den ouden Taugwalder, die met Croz en zijn zoon in de landtaal gesproken had. Niet veel goeds, mijne heeren." "Maar de twee gidsen zelven spraken op geheel anderen toon: "Alles was zoo gunstig mogelijk; er bestond niet de minste zwarigheid.

Woord Van De Dag

staande

Anderen Op Zoek