United States or Myanmar ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daaglijks zag hij op haar neder, Daaglijks zag hij neêr en zuchtte; Daaglijks gloeide 't hart hem feller Van verliefdheid en verlangen, Voor de goudgelokte jonkvrouw. Maar hij was te log en langzaam Om haar vroolijk 't hof te maken, Al te traag en al te vadzig Om haar vriendlijk toe te spreken. Zoo dan bleef hij staren, staren, Zitten, zuchten en verlangen Naar de jonkvrouw in de weide.

Eerst gistren ochtend kwamen hier voorbij Vijf troepen dooden op hun weg naar Hel, Deden de brug niet schudden als gij doet, En gij hebt vleesch en kleur toch op 't gelaat, Als levenden, die aad'men lucht nog in; Ook ziet gij er niet uit als dooden doen, Zielen die afwaarts gaan, die 'k daaglijks schouw.

Weinig of geen! want schoon de geheele waereld thands bijna boeken maakt, worden 'er in alle landen maar zeer weinige gedrukt, en echter hebben wij overvloed van boeken; ook gaan 'er jaaren mêe heen, eer een aucteur zijn werk voor de pers gereed gemaakt heeft; zij arbeiden zeer langzaam, en volgen dan nog de les van HORATIUS: nonum prematur in annum, laatende hun werk negen jaaren stil liggen; dat verschilt veel bij ons, vóór dertien eeuwen, toen 'er duizenden daaglijks opgezet, en binnen weinig dagen afgewerkt, en ter waereld ingezonden werden; althands die aucteur, waarvan ik u zo even sprak, verhaalt dat 'er in het laatst van de achttiende eeuw, in Duitschland alleen, meer dan duizend aucteurs te gelijk aan den arbeid waren, en dat de overige landen, en inzonderheid Nederland, maar de handen vol werks hadden, om deze duitsche producten, in hunne moedertaal, somtijds geheel tegen den waaren zin des schrijvers overtegieten, en geheel misvormd, in hun taal te doen verschijnen.

Voor de tweede maal hield hij op. Driftig gejuich barstte los. Maar bijna daadlijk, de handen als klauwen om de balustrade gewrongen, het lichaam heftig vooruit, de oogen vlammend van woede, onherkenbaar voor wie 'm daaglijks waarnamen als zwijgenden, denkend-gesloten jongen, sprak-ie in één roes voort: "...As beesten! Néé, we géven niet toe! Markus zeit dat ze bij 'm thuis hongerlijjen dat wèten we, Markus dat begrijpen we, Markus we huilen 'r om, Markus we zouen je willen helpen, Markus : hebben wij 't anders? Krijgen we 't bèter, as we uiteengaan, as we voortslaven op 't ouwe loon, op de ouwe voorwaarden, bedrogen, bestolen op de ouwe manier, zonder één kans om 't in de eerste j

Koekebakker: Koek die zoet is Koek die goed is Koek die gaar is Proef of 't niet waar is. Koffiehuis: Alle anderen zijn in abuis, Maar hier is het ware koffiehuis. Kroeg: In den cabaret, dien men hier wijst, Wordt men gelaafd en gespijsd. Kuiper: Door kuipen werden veel tot staat en eer verkoren, Het kloppen is het best, hetgeen wij daaglijks hooren.

Niet zonder bitterheid en tranen van teleurstelling was Annie toen gaan voelen, dat ze haar tot dank voor al wat ze gedaan had en daaglijks nog deed! 't liefst maar gauw getrouwd en de deur uit hadden. Toch trachtte ze zich nog te overtuigen, dat het om haar geluk te doen was.... Ze merkte, dat de wenschen van haar ouders op 't punt van haar trouwen nogal uiteen liepen.

Maaken die zig niet bekend! durven ze dan mooglijk niet voor hun oordeel openbaar uitkomen? Ik. Men zegt niet gaarne iemand zo openbaar de waarheid; immers men is 'er niet gaarne voor bekend; want somtijds berispt men wel persoonen op 't allerhevigst, waarmede men daaglijks als vriend omgaat. De Kunstkenner. Wat zegt ge daar!

Geef m'uw onbekrompen liefde Die zoo godd'lijk schoon en vrij 't Kwaad met liefde kon vergeven Waar 'k misdeed, vergeef ook mij! Zoo verliest het afscheid daaglijks Iets van d' al te bittre pijn; Zoo zal, als 'k de les wil leeren, Mijn verlies mijn winste zijn. Droefheid toch zal zachter stemmen Mijn nog ongetemd gemoed; Hooger streven in mij wekken, Streven naar het Hemelsch goed.

De »magnelen ende andere instrumenten omme dat slot dair mede te que tsen ende te vernielen" , die reeds voor Vreeland hadden gediend, werden ongetwijfeld ook voor Montfoort gebezigd, want de Graaf deed byna daaglijks storm blazen en den muur beuken.

Zoo voelde zij 't althans. Ook al maakte hij haar niet direct het hof, zij was toch natuurlijk al gauw gaan vatten wat zijn doel was; trouwens de anderen zouden 't haar wel verteld hebben als ze 't zelf niet begrepen had. Haar ouders waren erg met hem ingenomen, spraken bijna daaglijks over hem, en bemerkend dat Annie hem ook graag lijden mocht, werden ze wat minder nurksch tegen haar.