United States or Saint Barthélemy ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dicht bij Sir Archibald steeg hij uit, liep toen de enkele passen naar de deur toe, belde ... En de oogenblikken wachtens, in den nacht, voor die gesloten deur, waren eeuwigheden van troosteloozen weedom, van afschuw, walging, misselijkheid over zichzelven. Een vieze trek vertrok zijn mond scheef.

Zonder die beiden zult ge het niet vinden. Doe nu uwe keuze. Daar is het Groote Licht, daar zult gij zelve zijn wat gij verlangt te kennen. Daar! en hij wees naar het donkere Oosten, 'waar de menschheid is en haar weedom, daar is mijn weg. Niet het dwaallicht, dat gij gedoofd hebt, maar ik zal u begeleiden. Zie nu, gij weet het. Doe uwe keuze.

En dan lachen de boozen en pochen op hun voorspoed, en die kinderen Gods in de smeltkroes weenen van weedom des harten. En zelfs Asaf verstaat het niet, en was bijna uitgegleden, ziende den voorspoed der goddeloozen. Maar ook bij dien angst houdt de Heere zich niet op. Hij gaat door, altoos door met het heilig louteringsproces, dat zijn kinderen doorloopen moeten.

Richt uwe schreden oostwaarts: daar troont Fagnolles, de zeshonderdjarige ruïne, die met hooghartigen weedom schijnt neer te blikken op het diepe verval der stad van Maria van Hongarije, nu niets meer dan een doodsch gehucht.

Maar nu werd het hem, alsof er iets waars in die woorden lag en of het gewicht van zijn leed hem niet meer het hart perste als een looden last, maar als de lichte druk eener herinnering van weedom en zwaarmoedigheid. Vaak verweet hij zichzelven, dat hij lichter van hart werd, en nam hij zich voor zijn leven te wijden aan de herinnering van Eline.

Haar zuivre ziel, vol van genade leeft, Nu zij het lieflijkst lichaam heeft verlaten, Verklaard in 't harer schoonheid waardig oord. Wie niet om haren dood moet weenen heeft Een hart van steen, zoo slecht en zoo verwaten Dat het naar ootmoed nimmer heeft gehoord. Geen laag gemoed, door hoogste kunst gespoord, Kan zich maar iets verbeelden van haar wezen; Zoodat geen rouw noch weedom het benart. Maar om zijn diepe smart Zuchtend en klagend moet te sterven vreezen, En van

Met smeekende stem riep hij uit: "Mijn zoon, zie den weedom uws ouden vader aan; bepeins, hoe hij lijden moet bij uwe woorden.

Om het tafereel te voltooien, zou ik uw gemoed met weedom moeten vervullen, en tranen van rouw uit uwe oogen moeten rukken.

Het tweede gedeelte begint hier: "Veel vrouwen....", het derde hier: "Nu hoort...." O lage Dood! vijand der teedre harten, Oervader aller smarten, Doemsprake wreed en onafwentelbaar! Nu 'k met een hart van zorg en weedom zwaar, Droef-peinzend ommewaar, Blijve in uw blaam mijn tong vermoeinis tarten!

Pest sprak met Nood haar runen uit, Gemengd met Wanhoops schor geluid, Weedom ook en Stervenspijn Zullen in Hel's woning zijn. De godin had verschillende woningen voor de gasten, die dagelijks tot haar kwamen, want zij ontving niet enkel meineedigen en misdadigers van allerlei slag, maar ook hen, die ongelukkig genoeg waren om te sterven zonder bloed te vergieten.