Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juli 2025
Toen hij weêr een dag geloopen had, kwam hij bij een derden kolenbrander, die hem als de vorigen op droge aardappelen noodde. Hij liet hem weêr van zijn tooverkleedje meêeten, en dat smaakte den kolenbrander zóó goed, dat hij hem ten laatste een hoorntje er voor aanbood, dat nog heel andere eigenschappen had als het hoedje.
Hij kwam nader er rond, altijd met de handen in de broekzakken en keek zonder moe te worden. Hij opende zelf den stal en hielp het prachtig peerd ontzadelen. Dan noodde hij de bezoekers naar binnen. Twee boerenkerels zijn juiste vertrokken, merkte hij, 'k wilde hadden zij uw peerd gezien.
Het riviertje, dat tusschen groene weiden en met goudgeel graan beladen akkers voortkronkelt en dat men over een groote uitgestrektheid met het oog volgen kan; het stedeke, dat u zoo vriendelijk toelacht, als noodde het u binnen zijne muren terug te keeren; het gebergte aan de overzijde met de boschrijke hellingen en de valleien, die de verschillende deelen, waaruit het samengesteld is, scheiden; het op een kleinen afstand gelegen dorpje Gilsdorf met zijn witte huizen en zijn kerkje, dat zoo scherp uitkomt tusschen de populieren, die het omgeven en tegen den achtergrond, gevormd door de hoogten van den Grilsdorfer-Ban.... alles is even liefelijk en trekt onwederstaanbaar het oog tot zich.
Waarop Orest treurig antwoordt: "Groote daden! Ja, 'k Weet nog hoe wij haar in de toekomst zagen!" Hier jubelt hij: "De reuk der aarde geurt me als balsem tegen Als noodde zij mij op haar open velden Ter jacht naar levensvreugde en groote daden." Reine menschelijkheid bewerkstelligde hier verzoening van menschelijken euvelmoed.
Cosmus maakte zich uit de voeten: hij was de geùrwerker, de beroemde, van den Vicus Tuscus.... Hij ging avondmalen met Tryfo, den boekhandelaar en de zijdeverkoopers en de goudsmeden.... Wie mag ik mijn ezel bieden? noodde Nilus. Kom, wie wil er op mijn ezel zitten? Alexa! Alexandra!! riepen de meiden van Taurus. Neen, zei Nilus' moeder. Ik ben niet moê.
Nilus!! donderden de gladiatoren, Colosseros en Carpoforus van af de hoogste rij; hièr is een plaats voor jou! En mijn moeder!? riep Nilus en wees op de dikke Alexandrijnsche. Alexa! Alexa! noodde Taurus, tusschen zijn acht meiden, zijn overbuurvrouw. Hier is een plaats voor jou! En zijn meiden, met hem, riepen: Alexa! Alexandrina! En voor mijn slaven?! riep Nilus. Hier! Hièr!
Martialis, na plichtpleging, steeg. Hij zette zich, half liggend, de arme epigrammendichter glimlachend genietend het mollige kussen. Plinius volgde hem. Komt binnen, knapen, noodde Plinius met de hand. Wij, heer? aarzelde Cecilius en Cecilianus wees op zich, vragend. Komt binnen....
De speelplaats der slaven, lichtte Hermes in; zij worstelen hier, hard-loopen of werpen de schijf en onze heer ziet toe, uit dit vertrek.... Steeds verder noodde hij, hoffelijk, met de hand. De gasten traden in een rotonde, als een koepel van kristal tusschen marmer: van alle zijden was de zee, waren de bergen, de bosschen te zien.
Ook Keye, de spotaard, wist niets en hij verbaasde zich zeer, toen Guenever Lancelot tot spanseeren noodde in de vergieren omdat er immers toch nimmer Aventuur meer zich meldde, dat de amys der koninginne haar bediedde met schuddinge des hoofds van niet, en dat hij zittend moest op zijn plaats blijven.
Neem de komediantjes naast je, Hermes, beval Plinius den Griek. Heer, zeide Hermes; ik noodde ze reeds, maar ze willen niet eten. Waarom niet? Ze zeggen, dat ze nooit eten als ze nog zingen en dansen en voordragen moeten.... Knapen! riep Plinius. Willen jullie niets eten? Zij verontschuldigden, op een afstand, beleefd, bedankten. Wandelt de tuinen dan rond, niet waar, zei Plinius vriendelijk.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek