United States or Iran ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Dank je, Schaeck!" zeide Berkheij: "zonder jou ging die vervloekte Waal mij wurgen." De trosknaap, een lange, vijftienjarige, sterkgespierde jongen, die, bij 't leger opgevoed, boven de Leidsche knapen het voordeel had van in de scherm- en vechtkunst wel geoefend te zijn, trad met een grimmigen blik op Schaeck toe. "Dat zul je mij betaald zetten," zeide hij: "waar bemoeit gij je mee?"

En geen wonder; want die vijftienjarige knaap, die daar stilzwijgend maar met blijkbaar welgevallen onzen Pieter aanstaart, is niemand anders dan de eenige zoon van den grooten zeeheld: het is Jonker Engel de Ruyter, die voor de eerste maal ter zee zal varen, om onder het oog van zijn beroemden vader "het soldaat- en zeemanschap te leeren."

Door krankheid werd hij later genoodzaakt zijn betrekking neer te leggen en toen ging hij met zijn familie te Ladismith wonen. Daar ging het niet beter, de krankheid nam toe en spoedig was het gezin in armoede gedompeld. Nu sprong de vijftienjarige Christiaan in de bres.

Zoodra Donna Clara en Donna Agnes binnengekomen en voorgesteld waren, zei Jack, die te voren niet veel acht op haar geslagen had, bij zichzelven: "Zoo'n gezicht als van dat meisje heb ik meer gezien." Of hij zich nu hierin vergiste of niet, stellig had hij maar zelden een mooiere brunette onder de oogen gehad dan de vijftienjarige Agnes.

Als tegen den nacht het fornuis was uitgedoofd, begaf Negoro zich naar zijn kooi achter in het verblijf der bemanning en sliep dadelijk in. Wij hebben reeds gezegd dat de equipage van den Pelgrim uit vijf matrozen en een leerling bestond. Deze vijftienjarige leerling was het kind van onbekende ouders.

Maar vooral, en deze tegenstelling zou een vijftienjarige vriendschap breken, Diderot was bedil-achtig en heerschzuchtig, op 't tyrannische af, hij wou zijn vrienden dwingen tot wat hij goed achtte; Rousseau, in het minst niet heerschzuchtig, verdroeg geen dwang.

De praatsmaker in de adelborstenkajuit van Harer Majesteits fregat de Harpij was een jongmensch van omstreeks zeventien, met licht krullend haar en een blozend uiterlijk. Hij was de zoon van een schrijver aan de werf te Plymouth en heette Vigors. De zondebok was een vijftienjarige jongen met een bleek, pafferig gezicht.

Het zou zoo aardig zijn, als er wèl een predikant was met een groot gezin, waar ik dan aan huis mocht komen voorloopig zal daar echter wel niet veel kans op wezen! Heb ik het anders niet buitengewoon goed getroffen en wat zegt u er toch wel van dat uw vijftienjarige dochter nu gouvernante is in zoo'n paleis van een huis?

Nu het bedreigde vaderland op ons roept, als op de uitgelezensten zijner zonen; nu de zwangere onweerswolken op onze grenzen samendrijven, nu de vreemdeling op onzen geboortegrond zelven werktuigen gevonden heeft, om ons te verleiden tot de verzaking onzes voorgeslachts, onzer moedertaal, onzer zeden, onzes verleden, onzer toekomst; nu de tijd gekomen is om onze vijftienjarige beloften te vervullen; nu iedereen, die zijn land bemint, het oog op ons gericht houdt, om te weten of onze gloeiende zangen geene ijdele woorden waren; nu alles, menschen en gebeurtenissen, ons toeroept: "het uur is daar! toont wie gij zijt!" nu zijn wij oneenig! nu strijden wij met verdeelde krachten, als hadden wij nooit in dezelfde rangen de wapenen van woord en geest voor 's lands eere gevoerd; nu staan wij eendrachteloos en zonder beraad, verspreid rond het heiligdom van ons bedreigd volkebestaan!

En geen wonder; want een paar hooggeplaatste personages, ook leden der buurt, zullen de maaltijden bijwonen: Prins Willem Hendrik en de Raadpensionaris Johan de Witt met zijne echtgenoote Wendela, de dochter van den Amsterdamschen burgemeester Bicker. "Door zijn kok?" hoor ik u vragen. Welzeker, de vijftienjarige knaap houdt er reeds een heele hofhouding op na.