Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 juni 2025


Het zijn dus ook al weer Banning Kok en Van Ruitenberg, in wie het karakter uitgedrukt is van het soort krijsvolk, dat hier uitrukkende is voorgesteld. Evenmin als het voorafgaande, is dit door Rembrandt op diepzinnige wijze verzonnen; het denkbeeld lag voor de hand. Althans, we krijgen den indruk, dat dit zoo was.

Ook bij het lijk op de Ontleedkundige les merkten we, hoe zorgvuldig Rembrandt bestudeerde de manier van eene schaduw om ergens op te vallen. Bij het beschouwen van de vier voortschrijdende beenen herinneren we ons die van Michiel de Ruyter en Zeeger op de plaat: "Dat is onze man." Bij Banning Kok en Ruitenberg alles verschillend: schoeisel, kleeding, kleur en bouw, houding, beweging en stand.

Naar een model, dat in zijn atelier de verlangde houding en stand aanneemt, kan hij niet werken, als hij zoo iets wil weergeven. Het verkeert in rust, en om de rust is het hem juist niet te doen. Voor eene figuur als van Ruitenberg zou een model hoogstens de plaatsing van de voeten en de buiging van de beenen te zien kunnen geven.

Allemaal typen van krijgslieden. Maar de gezichten van Ruitenberg en Kok zijn geen troniën van in kruitdamp verweerde veteranen. Men houdt ze wel dadelijk voor burgerlijke ingezetenen, die met den krijgsmansstand weinig gemeen hebben. Het blijven burgers, zij het dan ook burgers, die zich vandaag als mannen van wapenen doen gelden.

We merken dan eerst op, hoe fraai de schaduwkant van Bannings linkerhand tegen de lichtkantjes staat langs duim en vingers, hoe los en welsprekend het gebaar is, en hoe de slagschaduw geworpen wordt op het kleed van Ruitenberg. Ze ligt er niet op, zooals de randversierselen er vast op zitten, maar ze glijdt er los en bewegelijk overheen. Het eene maakt deel uit van het wambuis, het andere niet.

Waartoe dient het, dat we allen het eerst aan Banning Kok en Ruitenberg onze aandacht schenken? Toch zeker niet om ons te laten zien, hoe fraai hunne kleeding, hoe druk hun gesprek, hoe vriendschappelijk hun omgang is; of hoe 'n mooie hand Banning Kok heeft, hoe aardig de zon daarop schijnt en de schaduw over het kleed van Ruitenberg doet vallen.

Hebben we nu niet meteen het antwoord op de vraag, waarom Banning Kok en Ruitenberg ten voeten uit zijn afgebeeld, en waarom ze ook, ten voeten uit, in het licht zijn gezet? Het kwam op hunne beenen juist aan! Ze moesten aan 't loopen voor eene heele compagnie!

En zie, het is dit op en neer deinen van de bovenlichamen, wat we in Banning Kok en Ruitenberg beginnen te voelen, als we ons de moeite geven, eenigen tijd aandachtig hun gaan aan te kijken. De tweede schijnt juist het oogenblik door te maken, dat hij omhoog veert, terwijl de eerste dit net weer achter den rug heeft.

Maar behalve het verschil in tijdmaat, is er een wezenlijk onderscheid in de manier van loopen. Men zou elk van hun tweeën er aan kunnen herkennen, zooals we trouwens onze kennissen dikwijls herkennen aan hunnen gang. Ruitenberg maakt groote passen, bijna te groot voor iemand van zijne lengte. Hij komt met eene zekere drift opzetten. Zijne nadering heeft min of meer een dreigend aanzien.

Het bevindt zich in het Rijksmuseum te Amsterdam en dagteekent uit het jaar 1642. De beschouwer voelt zijn blik het eerst getrokken door twee personen op den voorgrond. Het zijn Frans Banning Kok en Willem van Ruitenberg.

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek