Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 juni 2025
Nog een kus, doch kom nooit meer terug; nog één, gij zijt schoon, maar vertrek! Braaf meideken, sprak Uilenspiegel, heur in de armen drukkend. Dat was ik niet altijd, zegde zij. Ik deed lijk zij. Hoe sprak hij, dat liedeken, die zoete oproep tot de verliefde mannen? Ja, zegde zij. Moeder wilde het, u red ik, omdat ik u uit liefde beminne. De anderen zal ik redden te uwer gedenkenis, mijn geliefde.
Mij, dat ik ruste aan zijn hart, hem, dat hij trouw me als voorheen weer beminne! Mij, bij zijn naadring beschaamd, hem, die door vleitaal mijn zinnen verrukte, Mij, door zijn glimlach bekoord, hem, die mij strafloos den sluijer ontrukte, Mij, op het bed hier van mos, hem, die zich vleije als weleer aan mijn zijde, Mij, weer tot kozen bereid, hem, die den dronk zijner lippen mij wijde,
Hem ontroert de groote belangeloosheid die in zonderlinge tegenspraak met wat de bestrijders voorgeven door zijn leven straalt zoowel als door zijn leer, en die haar schoonste uiting vindt in de stelling: Wie God liefheeft moet niet verwachten dat God hem wederkeerig beminne. God heeft niemand lief en haat niemand. Want God is vrij van allen hartstocht en van elke aandoening van genot of smart.
Mij dan met schemerend oog, hem met van vreugde straks tintlende wangen, Mij met de leden zoo mat, hem, door den roes der verrukking hevangen, Ons, ach! breng spoedig weer zamen, vriendinne! Mij, dat ik ruste aan zijn hart, hem, dat hij trouw me als voorheen weer beminne!"
En ik ik heb slechts in al mijn rampen een hoop bewaard en nu nu vergaat die zachte droom, ik zal sterven. O Heer, hij beminne mij niet meer..." Zo folterde zich de bange maagd alhoewel niets haar tot deze droeve gissingen aanleiding had gegeven; maar zo zijn de rampzaligen, zij bederven het geluk dat hun toelacht.
Allerheiligste Maagd Maria, mijne goede Moeder, Moeder van Jezus, die Hem zoo zeer bemind hebt en nog steeds allervurigst bemint, leen mij uw Hart, om Hem te kunnen zeggen hoezeer ik Hem lief heb. O, geef, dat ik Hem en ook U, van dag tot dag meer en meer beminne; en verkrijg mij de genade, dat ik spoedig andermaal en wel met de grootste vurigheid, de H. Communie ontvangen moge! Amen.
Uit heel de levende natuur gaan aanhoudend stemmen op om al wat leeft, ook den mensch, in de liefde te onderrichten. De natuur wil dat de mensch beminne, en dat hij beminne in zinnelijkheid. Daarvan spreken tot hem al de tallooze stemmen waarover de natuur beschikt.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek