Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juli 2025


Voor velen, zeer velen is 't genoeg, dat traditie en sleur het eischen. Verreweg het grootste gedeelte der kerkgangers echter, vooral uit de eerste standen, wordt enkel door het eigenaardige schouwspel gelokt, dat door de ontplooiing van den geheelen, op de verbeelding werkenden ritus de menigte aantrekt en ontroert.

Waar 't geel saffraan den glans verhoogt der lokken, En gouden gordel slanke leest omsnoert, En luchtig gaas, van sandelgeur doortrokken, Den boezem dekt, dien minnelust ontroert? Weg dan 't gewaad, dat te eng die slanke leden, Met ligte dauw bepareld, nog omhult! Het nijdig kleed, dat, halfweg afgegleden, Des jonglings hart met wangunst nog vervult!...

Het ontroert mij niet, als ik een eenmaal afgelegden weg weer betreed of bekende plaatsen terugzie, en als ik er een nieuwe vreugde vind, komt dat niet uit gevoelsoorzaken. Ik ben geen slaaf van mijn gewoonten; ik heb de ziel van een vagebond. Reizen opent de poort der droomen voor mij, omdat ik het onbekende zal binnengaan.

Wie leerde ook U zoo vroeg en diep ervaren, Wat bitterzoet een Dichtrenhart ontroert? Moest ook úw hart reeds in zijn lente leeren Geduldig te verwachten en te ontbeeren?.... O, laat het lang en God ter eere bloeien, Dat Paradijs dat opging in uw ziel! Laat lang daar 't licht des stillen weemoeds gloeien, Een straal gelijk die uit den Hemel viel!

De keizer deelt, zonder zich bekend te maken, mede in welk een verlegenheid hij zich bevindt en vraagt huisvesting voor den nacht. Bij den klank zijner stem ontroert de man hevig. Hij laat den keizer binnentreden. Een jonge vrouw zit op een laag stoeltje en wiegt een kind op haar knieën. Als zij den keizer ziet, glinstert haar donker oog en wordt haar gelaat wit als marmer.

Hij bevond zich in dien geestestoestand, die door de eenzaamheid nog gevoeliger wordt gemaakt, en gedurende welken eene onbestemde vrees onze zinnen ontroert. Op het einde van eene dergelijke reis, na zoovele hinderpalen te boven te zijn gekomen, op het oogenblik van het doel te bereiken, is de vrees levendiger en de ontroering sterker, het punt van aankomst schijnt voor de oogen te vlieden.

Apostelen en Joden worden ons meer dan eens voorgesteld staand of zittend "in een rinc", zooals dat van ouds ook hier te lande gebruikelijk was. Uit het vroom gemoed van dezen kinderlijk onbevangen dichter die het leven van JEZUS zóó medeleeft, welt poëzie op telkens wanneer een deel van dat leven hem sterk ontroert.

Het kleine gemurmel van de watervalletjes, die van elk hooger gelegen naar elk lager gelegen veld afsuizelen over de dijkjes, is héél zacht te hooren onder het bruisen van den aanstrijkenden bergwind door, die de stijfbladerige palmen ontroert. De reuk van de bloeiende rijst maakt de lucht zoet. Gitgit ligt vrij op een rondom van dal en diepte omgeven top.

Maar hij wil er niets van weten. Zoo gaat het met jongelings-idealen! Onmiddellijk voor zijn vertrek brengt hij een afscheidsbezoek aan Friederike. Afscheidnemen ligt anders niet in zijn aard: hij is, evenals zijn moeder, uiterst bang voor scènes. Friederike ontroert hem door haar stil gedragen leed. Ze verwijt hem niets.

Hem ontroert de groote belangeloosheid die in zonderlinge tegenspraak met wat de bestrijders voorgeven door zijn leven straalt zoowel als door zijn leer, en die haar schoonste uiting vindt in de stelling: Wie God liefheeft moet niet verwachten dat God hem wederkeerig beminne. God heeft niemand lief en haat niemand. Want God is vrij van allen hartstocht en van elke aandoening van genot of smart.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek