Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 mei 2025


En eindelik mag de maagschapsnaam Melkman ook nog wel tot de veehoudersnamen geteld worden, even als De Kaesmaeker en De Caesemaeker met Waaiboer, Waiboer, Soepboer en Molkenboer. Den uitleg van deze namen vindt men op de twee volgende bladzyden. Aan het landboubedrijf, zoo veel ryker aan byzondere onderdeelen dan het veehoudersbedrijf, zijn ook meer geslachtsnamen ontleend als aan de veehoudery.

Verder vertoonen sommige op algemeene wijze gevormde geslachtsnamen eigenaardige Friesche voornamen, als Sikkes en Doedes, andere zijn met typisch Friesche woorden samengesteld. Zoo beteekent Soepboer: karnemelkboer; Bouwfeint: knecht van een landbouwer; Skriemer: iemand die weent of schreit.

Dat zijn die namen, welke geheel of ten deele uit woorden en formen van woorden bestaan, welke slechts in de friesche taal voorkomen, en aan de andere nederlandsche gouspraken vreemd zijn. Tot die namen behooren de volgenden: Soepboer, dat is te zeggen: karnemelk-boer; sûpe, men spreke soepe ongeveer, is het friesche woord voor karnemelk; de friesche stedelingen zeggen suup; zie bl. 302 en 422.

Waaiboer, met Waiboer, Molkenboer en Soepboer zijn naverwante namen. Als zoodanig zou de Molkenboer by den Veeman en den Melkman, op bl. 301 genoemd moeten zijn. Zoo ook de Waaiboer en de Soepboer, wier samen men in § 140 nader verklaard vindt.

Woord Van De Dag

vuistdreigend

Anderen Op Zoek