Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 juni 2025


Eer de zon ter kimme neigt, moet ik thuis zijn om alles voor Hare komst klaar te maken. Lang zal ik niet op Haar behoeven te wachten, Zij zal spoedig komen!" Onder luid gelach van de hovelingen vervolgde Tristan zijn weg.

De stichting van Salona, althans de herbouwing der stad, geschiedt in een tijd van verval: de romeinsche wereld neigt ten ondergang: de Christus is verschenen en heeft een nieuw tijdvak in de wereldgeschiedenis geopend; en het paleis van Diocletianus, hoe prachtig en grootsch ook van aanleg, mist de onuitputtelijke sobere bevalligheid, de volkomen harmonische schoonheid van den echt antieken geest: het draagt veelmeer de kenmerken van oostersche overlading en mateloozen praal.

Naarmate de ziekte tot genezing neigt, vermindert het eiwit en wordt het gehalte aan kaasstof grooter, tot eindelijk de hoedanigheid weder die van goede melk is. De hoeveelheid echter blijft voortdurend geringer.

Voor zoo menige dichter-jeugd, gelijk voor elke menschheid in dien verbeelding-rijksten harer tijden, als de nog teere ziel, instinctief voor het harde licht bevreesd, naar schemer neigt, en al droomend, zich den niet-droom poogt bewust te maken, rijst het verleden als een geheimende nachtstad op.

En toch: zoodra hij de estrade betreden heeft, buigt ook hij, de machtige monarch, wiens heerschappij schier geene grenzen kent, zich langzaam neder; hij valt op zijne knieën, strekt de armen uit naar den drempel der troonzaal, en neigt zijn hoofd ter aarde.

Maar de bijenhouder, die tegelijk van bijen houdt, neigt juist den gansch anderen kant uit. Is de geest eenmaal ondergedoken in wonderen, zooals noodzakelijk gebeurt wanneer men in de studie van 't bijenleven onder de oppervlakte gedrongen is, dan wordt men in den wedren naar stoffelijk voordeel de man, die een manke knol zadelt.

Bidden niet en handenwringen Lokt de goôn; Waar een hart het uit moet zingen, Daalt het ongebeden loon, Neigt de naaste van de hemelingen Zich tot haar bestemde woon. O wij weten wel wat lentedag Al de stille sneeuw die gadert, Van uw bergen dooien moet; Dat zijn uur door de eeuwen nadert, Dat geen hart ontbreken mag Tot zijn gloed!

Toen zong de kleine gemeente met snikken en tranen: »God heb ik lief, want die getrouwe Heer Hoort mijne stem, mijn smeekingen, mijn klagen, Hij neigt Zijn oor; 'k roep tot Hem al mijn dagen, Hij schenkt mij hulp; Hij redt mij keer op keer!" Moeder Kloppers zelf zong het geheele vers mee.

Het schip neigt den boeg als 'n toornig rund dat den vyand afwacht op de laaggehouden hoorns. Als 'n onwillig paard dat den kop neerbuigt tusschen de gestrekte voorbeenen. De Frederik Hendrik, zyn schip, zyn trouw schip, wil niet van de plaats.

't Is schemeravond; de dag was warm en zonnig, en nog is de lucht zoel en warm onder de boomen, maar 't lichte koeltje, dat nauwelijks ritselend door de bladeren vaart, verfrischt de natuur, die ter ruste neigt. De wolken, wollig gevlokt, kleuren zich met kleine schubbige rosse randen, waartusschen hier en daar een gulden boordsel schittert.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek