Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 mei 2025


Vrouw Janssen had ook wel gebeden, maar zij was een weinig afgedwaald: manke Heintje was toch gesturven; ze dacht er over, wanneer de begroafenis zou wêzen; of er op 't arfhuus ook wat van heur goajing zou zin, en zoo almeer, totdat ze eindelijk bedacht, dat de goede God haar ook wel eens had kunnen oproepen en, "hoe ellendig Peter dan met de kienders zou zin blieven zitten," en er kwam een traan in haar oog, en ze was innig dankbaar dat zij nog was gespaard gebleven, en ze zei zacht tot den Vader in den Hemel: "Ik dank U goede en groote God, amen."

’t Is een eigenaardige gewoonte van den manke, om met zijn paard te praten, als hij rijdt; misschien doet hij ’t, zonder dat hij ’t zelf weet, uit verveling, of om zijn ros aan te moedigen. „Komaan!” vervolgt hij, „daar hebben we de Utrechtsche straat al; moet je nou de zweep eens eventjes proeven? Ja, steek je ooren maar op; ’k zal.... Wat weerga! wat schokt daar zoo?

As-je denk da-je mijn 'r tusschen neemt, zeg, mot je vroeger op staan!" Weer lachte Eleazar, 't ventje dat als 'n oud mannetje praatte bij z'n dunnen nek schuddend. "Dooie bliek en dooie voren, gestoofd met 'n scheutje azijn, Jan daar zou jij van smulpapen, as 't warm voor je op tafel sting." Samen liepen ze op, de man en 't manke jogje, sprekend als kameraden.

Ho! ho! maak je niet dik, manke; ik zal je niet lastig vallen; maar een paar proppies moet je geven, hoor! Anders ben je een kale jakhals.” Borreltjes. „Nou, als ’t daarom alleen te doen is, dan... Kobus! geef ons ieder een klare, van die dubbelgebeide, hoor!” „Met suiker!” roept de andere, en tegenover Dirk plaats nemend, zegt hij: „Kom, manke, ’n spulletje?”

Jan, manke joggie, nog op, zat op de leuning van een stoel, het horrelvoetje geschurkt over het andere been, oogen glinstrend van pret. In een hoek van den kelder, op schraging van stoelen, lagen dingen, ruw-weg daar neergezet om ze droog te houden, een oud matras, een deken, een mat, een ijzeren pan, een paar waterlaarzen, een pollepel, wat kinderkleeren.

Ellendige gebreken, die rustig hadden moeten verborgen blijven tot het einde toe: stijve achterpooten, manke voorpooten, spatten en gehoest komen nu aan het licht. De staljongens hebben de paarden toch allen ingespannen en komen nu aan de Majoorske vragen, waar Gösta Berling in moet rijden, want ieder weet, dat hij in de slee van de Majoorske naar Ekeby is gekomen.

Fray Sibyla scheen zeer voldaan; hij schreed rustig voort en op zijn samengedrukte en fijne lippen was geen minachting meer te lezen; zelfs verwaardigde hij zich met de manke doctor De Espadaña te praten, die met monosyllaben antwoordde, want hij stotterde een beetje.

Dan eerst stak hij de smerig-besmeurde olielamp op, die in 't trieste vertrek zijpelen liet heur gele klaarte, onheimlijk-begloorend, de manke meubels en de vuile tafel waarop nog glommen bruine koffieplasjes naast ongewasschen wit-blinkende kopjes van 's morgens.

Iedereen kent wel personen in zyne omgeving welke in het dageliksche leven bynamen dragen als: »de lange," »de dikke," »de manke," als zy lang of dik zijn van lichaamsbou, of wel kreupel zijn of als »de goeie," »de vrek," »scherp" als ze byzonder goedaardig, uit der mate gierig, of zoogenoemd scherp, vinnig, bits zijn van inborst.

Kom eens hier, man! Hoe heet je?” roept eensklaps de baron, het verhaal van Dirk afbrekend. „No. 181; och, neen! Dirk de Vries,” is ’t verwarde antwoord. „Kom hier, kerel!” Do oude heer rijst van zijn stoel op en herhaalt zenuwachtig: „Kom dan!” Dirk aarzelt en ziet nu eens den ouden heer, dan weer de freule, verlegen aan. „Maar kom dan toch bij me!” De manke nadert.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek