United States or Denmark ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het lijk mijner moei lag in hare schoonste zondagskleederen uitgestrekt op eene breede tafel, met een spinrok in den arm, even alsof zij nog leefde.

Zij legde haar hoofd op zijn knie en riep pijnlijk: "Is mijn lieve moei dood? O God wat droefheid! Is zij dood? Zal ik ze nimmer wederzien? Och vader! Ondersteun mij ik bezwijk....." De Graaf hief ze tederlijk van de grond en sprak met goedheid: "Bedaar, mijn lieve Machteld ween niet; Philippa is niet dood." "Niet dood?" vroeg het meisje met verwondering.

De dichter van het mirakelspel Marieken van Nimwegen vertoont ons, hoe Marieken's kwade moei, na zich met de buurvrouwen half razend gekeven te hebben over den twist van Arnold en Adolf van Gelre, zich ophangt uit spijt, dat de oude hertog uit zijn gevangenis is verlost. Blijkbaar was dit dus voor hem een waarschijnlijk motief.

Ik maakte den veldtocht op Cyprus mede, deelde met Aristomachus den roem, de geboorteplaats van Aphrodite voor Amasis gewonnen te hebben, en werd ten laatste tot opperbevelhebber van al de troepen in Egypte verheven. »Den vorigen zomer stierf mijne vrouw. Mijne kinderen, een knaap van elf en een meisje van tien jaren, bleven bij hunne moei te Halicarnassus.

Zekere boer, die Kees Piet heette, had een spreeuw, aan welken hij geleerd had te zeggen: "Moei mij niet! ik ben de spreeuw van Kees Piet!" Nu was gemelde Kees Piet een minnaar van een slokje en kwam 's avonds wel eens met een nat zeil t'huis. Wanneer zijn vrouw hem daarover verwijtingen deed, was doorgaans zijn verschooning: "Kwaad gezelschap doet dolen."

Laat mij voor 't oogenblik echter alléén, en moei u in 't vervolg niet al te veel met dien man, die u met die praatjes heeft bezig gehouden!

"Ja, Witta; wij meenden mijne goede moei gansch hersteld te vinden ... en oordeel over onze droefheid: toen wij de hofstede binnentraden en de armen reeds uitstaken om haar te omhelzen, toonde men ons...." "Hemel, wat toch?" "Haar lijk, Witta!" Een kreet van medelijden klonk door de zaal, en de beide jonkvrouwen bleven eene poos zwijgend.

En als hij, zoo als nu, de koninginne, zijne moei, zag dwalen door het vergier, immer met Lancelot, dien zij minde en wien zij trouw was als hij haar, zuchtte Gwinebant van onvoldaan verlangen, vooral als hare wijle woei op den wind en zij zekerlijk malkanderen kusten, onder de stuivende appelebloesems....

Machteld dorst niet antwoorden; maar Maria, die met meer voorzichtigheid begaafd was, bracht haar mond aan zijn oor en suisde: "De gevangenis van Philippa, haar moei spreekt er haar niet meer van; want zij weent geduriglijk.

"Nee", zei ze: "je mod-'t nie kwalijk neme as 'k as 'k zoo zit 'k bin te moei om te kletsche." "'k Weet 'r alles van", zei hij, pogend 'r op te vroolijken: "'k ben 'r zelf is naar an toe geweest met 't zelfde".... "Jij!", glimlachte ze mat, met 'n toon van hoe-ken-dat hoe ken dat met jou die zoo gezond ben. "'k Heb ook in 'n gasthuis gelegen ook met iets an me longen en 'k ben besser geworden."